United States or Nauru ? Vote for the TOP Country of the Week !


Andèng vergat heelemaal dat haar soep al driemaal aan den kook was geweest: al de "kaldoe" liep over en deed het vuur uitgaan. De eenige die geen woord kon uitbrengen was Maria Clara. Ibarra was ongedeerd, terwijl de "loods" een kleine schram in een van zijn armen had. "Ik ben u mijn leven verschuldigd!" zeide hij tot Ibarra, die zich in wollen dekens en doeken wikkelde.

Heer Herman dacht, nadat hij haar aanschouwd had: "Voor deze vrouw zal ik willen strijden," en hij zeide haar dit. Wat antwoordde ze hem? Het eeuwig antwoord der liefde: "Mijn leven is het uwe." Doch toen ze haar moeder bekende, dat ze heer Herman minde, zei deze: "Voor een ander heb ik u bestemd, mijn kind!" Ze fluisterde: "Wie is die ander, moeder?" "Zweder."

"Maar hunne tegenwoordigheid in deze oase kan doen vermoeden dat wij niet ver van vruchtbare streken verwijderd zijn." "Dit is een zwak bewijs, Dick; deze dieren, door honger of dorst gedreven, leggen soms groote afstanden af; den volgenden nacht zullen wij zelfs zeer wel doen zorgvuldiger te waken en vuren te ontsteken." "In deze temperatuur," zeide Joe.

Desgelijks deed ik jegens haar met mijn rug, en ik vertrok. Bartjes schaap was dood. Langzaam aan verkwijnd van ellende, tengevolge van het al te sobere onderhoud, dat de arme, oude stumperd slechts in staat was het te verschaffen. Ik vond Bartje in veel tranen over haar verlies. "Ach, Bartje", zeide ik medelijdend, "is het nu wel zóó erg? De melk was weinig en mager.

"Storm?" herhaalde de Graaf, verwonderd op het dek tredende. "Is de kerel dol? Het is het heerlijkste weer, dat men uitdenken kan." "Naar binnen, Graaf!" riep de schipper, die aan 't roer stond, hem toe: "alle man op het dek! Bergt de zeilen!" "Mij dunkt," zeide Willem, de vermaning des schippers volgende, "dat ons gezag nu geheel naar de maan is.

"Indien wij het klooster en de kerk in brand deden steken?" mompelde de vorst. "De dolle Kerels zouden zich overgeven of door het vuur worden vernield?" "O, heer koning, denk daar niet aan!" zeide Gervaas Van Praet, schier smeekende. "De Bruggelingen zouden hun bloed vergieten om den oudsten tempel hunner stad te verdedigen of zijne verdelging te wreken.

"Darja Alexandrowna," zeide hij, "zoo kiest men wel een kleed of wat anders, maar met de liefde.... De keus is eenmaal gedaan des te beter. Een herhaling kan niet zijn...." "O, die trots! die trots!" zeide Dolly, alsof zij hem verachtte om de kleinheid van dat gevoel.

Juffrouw Gabin was, om, geen tijd te verliezen, haar lampenkappen gaan halen. Marguerite vroeg zij verlof Dédé weer bij haar te mogen hebben; "'t is niet goed," zeide zij, "dat kinderen zoolang alléén zijn." "Kom dan maar weer hier," zei ze zacht, de kleine meetroonende, "doch pas op en kijk dien kant niet, of je zal hebben".

Sigurd reed nu alleen verder totdat hij een eenoogig vreemdeling ontmoette die hem zeide dat hij grachten moest graven midden op den weg waar de draak elken dag zijn slijmig lichaam naar de rivier sleepte om zijn dorst te lesschen, en dat hij in een van deze moest liggen wachten, totdat het monster over hem heen kwam, dan kon hij het zijn zwaard dwars door zijn hart boren.

»Papa?" zeide zij op vragenden toon. »Wat wilt ge, lieve?" »Zult gij naar die booze menschen gaan, die ons zooveel leed willen berokkenen?" »Ja... kindlief... ik zal gaan..." »James!..." riep mevrouw Burbank uit. »Papa!"... kreet het kleine meisje ontzet. »Het moet!... Het is mijn plicht!... Ja, ik zal gaan!"