United States or Vietnam ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hij zag het wit der oogen in de bleeke troniën der mannen, die met opgetrokken knieën tegenover hem daar zaten neergehurkt. Het was als eene verlossing toen de kooi stokte; doch daar begon eerst de verschrikking weer opnieuw. Het was de onveranderlijke, onvermurwbare nacht van steenen stilte.

Naast hen zaten of stonden de spelers, of de toeschouwers in gespannen verwachting. In de salons wandelden de inspecteurs en de opzichters op en neer en hielden het oog zoowel op de croupiers als op hunne slachtoffers, terwijl talrijke kellners heen en weer liepen, om het publiek te bedienen.

Maar Jozef was de oude niet meer. Hij kon niet meer zoo lachen, niet meer van die geestigheden zeggen, zoo als vroeger. Eindelijk hield hij zich heelemaal stil aan het tafeltje, waarom zij zaten, en wilde heen. Hij moest naar zijn vrouw, hij moest naar de ziekenkamer. Wie weet wat er gebeurd kon, zijn, juist nu hij wech was.

Op zomeravonden zaten wij in onze veranda, die nog al smal was, en als we bij toeval onze voeten zetten op een voetkussen vóór ons, bleef er weinig plaats over, om te passeeren.

Een zwaar gewapende bende roovers heeft de reizigers in het bosch . Terwijl de onzen vreedzaam in hun kamp zaten te eten, werden zij door een bende Atjehers . Overtollig overbodig overdadig. Meer dan noodig. Zet deze drie ~overtollige~ stoelen even de kamer uit; zij staan ons alleen maar in den weg.

't Was akelig ze te hooren, zooals ze daar zaten te klagen over 't weer. En nog erger was het te denken, dat als maar één van hen hem in 't oog kreeg, het met hem gedaan zou zijn. "Die arme kleintjes," zei de jongen, toen hij op de plaats kwam. En dat mocht hij wel zeggen.

Daarna bracht men hem welriekend water en zachte linnen doeken om zich te wasschen en ten slotte kwamen de pages aandragen met zijden kleederen, die hem als aan het lichaam gegoten zaten.

De insekten gonsden om de zich voortspoedende planten, in de sloten langs den weg gleden visschen voort, vogels zaten te zingen in de reizende boomen, tamme en wilde dieren liepen om 't hardst, en daartusschen door liepen menschen, sommige met spaden en zeisen, andere met bijlen, weer andere met jachtgeweren of met vischnetten.

Ook een oude vrouw had een laag stoeltje bij den kouden haard getrokken en zat naast hem. In een anderen hoek zaten eenige kinderen in lompen en in een kleine alkoof tegenover de deur lag op den grond iets met een oude deken bedekt.

Daar zaten wij den geheelen winter met ons twaalven in een donker, vochtig hok te brommen. Maar wij besteedden onzen tijd goed. Wij hadden opgemerkt, dat langs onze gevangenis de gracht van het kasteel stroomde, en nu besloten wij, de traliën los te vijlen en zoo de haven uit te raken. Dat ging echter zoo gemakkelijk niet; want wij hadden geen gereedschap.