United States or French Polynesia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Wat een gedreei en gezwier en geparlevink en gegiebel en geginnegap! Bij oes geet, 't zölfde bij dag of bij aovend, ieder stillegies zien weg. Der heft nog nooit eene draaft, zölfs niet as zien vrouw in nood zat. Geen mens vertrek zien gezigte en ieder hef een zwaormoedegen gank, net of hum een pak op de kop en op 't harte lig.

't 'n Es verdome giene eens weird! Doar! Doar! Sloebers! dieven!... En plotseling werd het stuk rinkelend over de keien in de straat gekeild. Deeske, die vóor Theofielke zat, zag het even in de duisternis zilverflitsen en als een steen kwam het, met een korten plof, tegen zijn broekspijp aangeslagen.

Wachten was al wat er op zat. »Daar hebben we nu den 10den Augustus," zei Maston op zekeren morgen. »Nog een kleine vier maanden, en het is December. De binnenvorm moet nog worden weggenomen, de ziel klaar gemaakt, het stuk geladen.... Wij komen niet klaar! Men kan er nog niet eens bij! Zal dat ding dan nimmer bekoelen? Dat zou toch wat te zeggen zijn."

Ik verzekerde hem, dat het niet de trek tot den wyn was, die my deeze aanmerking deed maken, en ik verzogt den geen, die naast my zat, my een glas wyn in te schenken, het geen hy ook deed.

Toen ik binnentrad zat mama met het windhondje Azor, dat met minder muzikale neigingen begaafd scheen dan het windhondje Mimi, op haar schoot, en liefkoosde het, terwijl de dochter haar borduurwerk had neergelegd, om zich met een grooten witten kaketoe met gele kuif te onderhouden.

Moeder Jansen was bezig aan haar huiselijk werk, en zat in de schaduw van de gespannen tent, die tot tijdelijke woning dienst deed, toen het meesterke haar naderde met het verrassende plan: »Tante Martje, ik ga naar Rhodesia." »Naar Rhodesia?" vraagde moeder Jansen verwonderd.

Toen deed zich een zonderling verschijnsel voor. Het nieuwe monopolie bracht al spoedig in geldelijk opzicht de beste resultaten teweeg, en dat juist op een oogenblik, waarop de regeering in niet geringe geldelijke moeilijkheden zat. Van toen af daalde de ijver der ambtenaren voor de vermindering van het gebruik als door een tooverslag.

Ik naderde Hypata's poort en dadelijk zag ik Davus. Hij zat, uitgeput, bij de poortwachters op hun steenen bank en toen hij mij zag, gaf hij een gil van geluk. Heer Charmides! riep mijn arme Davus. Zijt ge dan daar! Ik heb u gisteren den geheelen dag gezocht, op den heirweg en in de stad! Waar zijt ge geweest?? Ben ik je rekenschap schuldig? zeide ik koel en hard.

De groote grondstof, die het onderwerp is van de poëzie, is het menschelijk leven. Ik word dikwijls aangezien voor een aesteet, vooral vroeger was dat zoo, maar in de kunst is voor mij altijd de mensch die er achter zat het belangrijkste geweest.

Want de groote witte was zoo dapper en edelmoedig, dat de jongen bang was, dat hij een of ander ongeluk zou begaan, als hij de voorwaarden van den kabouter hoorde. En sinds dien dag zat de jongen stil en verdrietig op den ganzenrug, liet het hoofd hangen, en had geen lust om rond te kijken. Hij hoorde de ganzen de namen van allerlei plaatsen uitroepen, maar hij had geen lust dat alles te zien.