United States or Mauritania ? Vote for the TOP Country of the Week !


VI. Onder de Vrijbuiters 134 VII. De Spanjaarden te Westzaan. Een bezoek aan de ruïne der verbrande hoeve 119 VIII. Aelbert en Marten vangen een vink met gouden veêren 136 IX. Op den Sparendammer dijk 165 X. Hoe de jonge Vrijbuiters in het vijandelijk kamp kwamen, en hoe zij het verlieten 180 XI. In de bedreigde veste 194

Voor hem was hij de wonderbare opbouwer van hetgeen was ingestort, de opvolger van Karel den Groote, van Lodewijk XI, van Hendrik IV, van Richelieu, van Lodewijk XIV en van het comité van algemeen welzijn, een man, die zekerlijk zijn vlekken, misslagen, en zelfs zijne misdaden had, dat is: die zekerlijk mensch was; maar die ook verheven in zijn misslagen, schitterend in zijn vlekken, machtig in zijn misdaden bleek.

VI. De teugellooze verbeelding van het heilige VII. De godsdienstige persoonlijkheid VIII. Aandoening en verbeelding IX. Verbeelding en gedachte X. Het falen der verbeelding XI. De denkvormen in de praktijk XII. De kunst in het leven XIII. Het beeld en het woord XIV. Het komen van den nieuwen vorm Register

Derhalve verschilt de Begeerte van elken enkeling evenveel van de Begeerte van een ander als de aard of het wezen van den een verschilt van het wezen van den ander. St. XI en Opmerking v.d. IX v.d. Derhalve zijn Blijheid en Droefheid, Drang of Begeerte zelf, voorzoover deze door uitwendige oorzaken worden vermeerderd of verminderd, bevorderd of belemmerd; d.w.z. H.t.b.w.

De Begeerte, welke uit Droefheid of Blijheid, Haat of Liefde ontspringt, is des te grooter, naarmate die aandoeningen heviger zijn. Bewijs. Opmerking St. XI v.d. St. VII v.d. St. V v.d. Derhalve: hoe grooter de Droefheid is, met hoe grooter kracht zal de mensch pogen haar van zich af te zetten, d.w.z. Opmerking St. IX v.d. XI v.d.

St. St. St. VII v.d. Derhalve is een voorstelling, welke het bestaan van ons Lichaam ontkent, in strijd met onzen Geest enz. H.t.b.w. Stelling XI. Bewijs. Deze stelling wordt duidelijk uit Stelling VII Deel II en eveneens uit Stelling XIV Deel II.

Dat hy op gelijke wijze als ik, op dien planeet aangekomen, by zich in zijn vaartuig eenige gereedschappen gehad heeft, die ik miste; waarvan de bijl, die een Grieksche of Oostersche gedaante had, en van zeer hard koper was . Dat de Oostersche Schyten koperen bijlen gebruikten, meldt Strabo, XI, 10. 7^o.

Het voorwerp der voorstelling welke den menschelijken Geest uitmaakt is het Lichaam, ofwel een zekere werkelijk bestaande vorm der Uitgebreidheid, en niets anders. Bewijs. Gevolg St. IX v.d. Gevolg St. XI v.d. Axioma IV v.d. St. XI v.d. St. St. XI v.d. Ax. V v.d. Derhalve is ook het voorwerp van onzen Geest het bestaande Lichaam en niets anders. H.t.b.w.

Chastellain, III p. 461, vgl. V p. 403. Jean Juvenal des Ursins, 1412, ed. Michaud et Poujoulat, Nouvelle collect. des mémoires, II p. 474. Journal d'un bourgeois, p. 6; 70; Jean Molinet, Chronique, ed. Buchon, Coll. de chron. nat., 1827/28, 5 vol, II p. 23; Lettres de Louis XI, ed. Interpolations, II p. 364. Journal d'un bourgeois, p. 234/7. Chron. scand., II p. 70, 72. Vita auct.

Op de Reye te Brugge woonde in de tweede helft der XI^e eeuw een wisselaar, die belangrijke zaken deed, zoowel met de kooplieden zijner stad als met die van het buitenland. Jacob, zoo heette hij, was eerlijk en zeer werkzaam, maar de rijkdommen, welke hij vergaarde, maakten hem zelfzuchtig en zóó hoogmoedig, dat hij met minachting nederzag op lieden van geringen stand.