United States or Honduras ? Vote for the TOP Country of the Week !


Wouter wist dit by treurige ondervinding, en liet moedeloos den storm over z'n hoofd waaien, die toch niet kon bezworen worden. Jammer evenwel dat er ook in hemzelf iets verstopt, en dus bedorven was. 't Hoog gevoel dat hem gewoonlyk bezielde, was geknakt. Hy had 'n laagheid begaan! Zóó gevoelde hy. Geen dominee kon 't wegpreeken! Ja, God-zelf niet!

De eenige persoon die 'n gansch anderen doch daarom geenszins tegenovergestelden indruk meenam... neen, zóó ver mag ik m'n Wouter niet vooruitspringen. Ook 'n schryver heeft z'n plichten.

ORATYN. Waarachtig, ’k zie nu klaar, Dat Rechters, Pleiters maar zyn zotten met elkaar. Einde van het eerste bedryf. LEANDER, WOUTER, gekleed als een Exploteur.

En ... ieder moet toch handelen naar z'n overtuiging, niet waar? De laatste opmerking ging Leentje's sfeer te-boven. Ze bleef er by dat Wouter vergeving vragen moest. En dit deed hy, maar met zwygend voorbehoud zich schadeloos te stellen, zoodra hy.... Wanneer? Waar? Hoe?

Wouter, in 't diep besef zyner verantwoordelykheid voor de bleek, riep hun toe daarmeê optehouden. Nu werd het erger. Zy naderden, en plaagden onzen kleinen bewaker, door op het waschgoed te loopen. Hy had 'n gevoel of-i Femke-zelf zag mishandelen en vloog dapper op de bleekverstoorders in.

Wouter dreef inderdaad de onbescheidenheid zoo ver, dat-i den tabouret opklauterde, die hem aangewezen was. En hy peinsde. De voorwerpen die z'n aandacht tot zich trokken, waren niet zeer geschikt om z'n stemming byzonder vroolyk te maken.

En door de heele Woutergeschiedenis loopt als draad de overtuiging, dat de overgeleverde godsdienstvormen een beletsel zijn om ware religie in den mensch te doen ontkiemen. Het besef van 't goede in Wouter is zuiver, terwijl de z.g. godsdienstigheid die men hem in gezin, kerk en school tracht bij te brengen, een karikatuur is van 't geen in zijn kinderlijk gemoed leeft.

Honderd gulden in de maand ... wat zeg je dáárvan? , m'nheer! In... de... maand! ! In... de... maand! Hon...dèrd... gul... den... in... de... máánd! Wouter zweette. Ja, al dat geld verteert hy te Rome. En dat haalt-i ... zeg eens, by wien denk je dat-i al dat geld haalt? By... den... Nu, zeg maar op. Spreek gerust uit. Waar denk jy nu wel dat de jongeheer Flodoard al dat geld haalt?

Had-i niet eens, in naam van lange Ceciel, de vryheid weergegeven aan 't vogeltje dat zoo angstig rondvloog in de nauwe kooi? Wel had Ceciel daarom gelachen, en gevraagd of Wouter gek was?

Maar even vreemd kwam het Wouter voor, dat die... prinses 'n nicht wezen zou van dokter Holsma. Op-nieuw meende hy te bemerken dat het meisje hem toewenkte, en dat ze haar lippen bewoog. Naar die beweging te oordeelen, kon ze best gezegd hebben: myn broeder!