United States or Burundi ? Vote for the TOP Country of the Week !


Vierde naamval! De kundige dichter... Kyk dan toch in 't boek, Wouter, en luister goed, riep de moeder. Zieje 't nu? 't Is 'n afsnydingsteeken, riep Pennewip. En waarom? Wat doet de Edelknaap? Hy schiet tusschen-beiden. Zie je 't nu eindelyk, Wouter? 't Kind staarde op het boek, en werd bleek van verdriet, en begon te beven.

Vervolgends wordt er gewach gemaakt van eenen Willem, zonder bepaling of hy tot het geslacht zijns voorgangers behoorde, en daarna, in een brief van Bisschop Henric den Eerste, 1260, van den Burchtgraaf Wouter, Geraerts zone uit den huize van der Goude.

Voor u en my niets, lezer, maar Wouter was aan 't versteenen geraakt, en stond op het punt vasttegroeien in z'n wachtstemming. Alle verwondering over de moeielykheid om in dat heiligdom doortedringen, was zoo volslagen geweken, dat hy, nu de deur eindelyk geopend werd, zich niet kon onthouden van eenige verbazing over het tegendeel.

In het gezin Holsma is de hoogere levenshouding tegenover de vlakke burgerlijkheid der Pietersens en de naïve menschelijkheid van vrouw Claus en Femke geteekend. Holsma is de ideale opvoeder en zielearts. Hij wil Wouter leeren zijn onbeteugelde fantasie, zijn vage verlangens te beheerschen en te regelen, nu hij de grens van kind en jongmensch bereikt heeft.

De meegedeelde bevelen kregen daardoor den rang van zware verlossingen na moeielyke dracht. Het wegleggen van den hoed beviel Wouter uitstekend, want het langdurig vastklemmen had hem kramp in de vingers bezorgd. Zeker, als 't bekende spreekwoord waarheid zegt, had hy meer dan iemand kans geloopen 't heele land doortereizen, daar hy uren lang met z'n hoofddeksel in de hand had gestaan.

DANDYN. Maar gy verdooft geheel de fraiheid van uw stem. Spreek harder Advokaat. WOUTER. Ik heb ’er veel. hem, hem! met een fraie Stem.

Nog andere menschenvrienden kwamen by lange tusschenpoozen de welsprekendheid van die klok afbreken, en Wouter had ze wel willen kussen. Heel eindelyk schelde de barbier. Ook deze werd uitgenoodigd te wachten tot "m'nheer òp zou zyn." Dat doe-n-ik niet, zei de man. Ik kan al m'n andere klanten niet laten wachten op één van 'n stooter in de week! En hy ging. Wat 'n brutale barbier!

't Mocht eens niet lukken! Kom dan mee naar de pomp! En... zeg eens, jongen, maar jok niet, ben je altemet niet 'n beetje... dronken ook? Zeg de waarheid! Wouter stond langzaam op, bedacht zich vry lang, en zei, blykbaar na konscientieuze raadpleging van z'n herinneringen: Ik geloof het niet! Maar... ik wou me zoo graag wasschen in heel, heel, heel koud water... koud als ys!

't Lykt wel of we schooljongens zyn, zoo praat je! Wouter begreep er niets van. De zaak was, dat-i: Halleman had moeten zeggen. Hy leerde dit, en weldra begon-i ook z'n eigen familienaam mannelyker en aanzienlyker te vinden dan: Wouter. Hy zag al zeer spoedig dien Gus voor 'n groot man aan, die 'n breede opvatting van 't leven had.

Of: "daar zit meer achter dan sommige menschen wel weten!" Enz. Moeder antwoordde Wouter, ik... ontmoette de familie in de kalverstraat. Waar! Zeer waar! Allerwaarst! Hy had inderdaad de Holsma's in de kalverstraat ontmoet, wat men mag noemen: ontmoet! De lezer kan 't getuigen. Maar... waarom vertelde hy niets van den nogal byzonderen modus quo? Och!