United States or Guinea ? Vote for the TOP Country of the Week !


Dus: "hoe gezonder zenuwen, hoe beter kunst?" Overigens weet ik bij ondervinding, dat stoornissen in het zenuwgestel een tijdlang bevorderlijk kunnen zijn voor de kunst-productie. Ik had vroeger periodiek asthma-aanvallen; ik was gedwongen daarvoor verdoovende geneesmiddelen te nemen; het vrijkomen uit die verdooving en de beterschap was een verrukkelijke gewaarwording.

Wie houdt zich ook op om het mutsje van een jodenkind, wie let er op het geschrei van een jodenmeisje! "Ja men lette er op om eene reden te hebben tot stilstaan bij den weg. "Gij weet hoe men in Europeesche steden om elke kleinigheid samenschoolt, hoe ieder vraagt: 'wat is het? en niemand vraagt: 'kan ik helpen?

Nou-ie door geweld en ruzie, was gedwongen geweest, 't werk neer te leggen en weken en weken op de stakers had gescholden, de pooiers en vuilike die 'm 't brood uit z'n bek hadde gescheurd voelde-die nou toch ièts van den massalen roes, iets van de vreemde vreugde die Eleazar deed opbonzen. "Hebbe de juweliers geschreven!" , riep-ie: "en wat? Hoe weet jìj dat?"

Den aanblik van zulk een beest vermag niemand uit te houden; dat weten de menschen, en nu weet je het ook; nu weet je, dat ik een ferme kerel ben

Deze verhalen kunnen schaden en nuttig zijn als alle andere dingen al naar dengeen, die er bij luistert. Wie weet niet, dat de wijn zeer goed is voor alle stervelingen, volgens Cinciglione en Scolajo en vele anderen en nadeelig voor een koortslijder? Zullen wij zeggen, omdat die aan dezen hindert, dat die slecht is? Wie weet niet, dat het vuur zeer nuttig is en noodig voor de menschen?

De reis brengt geen verlichting, noch inzicht; iederen dag neemt de spanning toe. Ook de vrouw houdt het niet uit; zij vergaat van angst, als zij haar man ziet. De lezer weet niet, of zij schuldig is; wanneer de man spreekt, gelooft hij het; wanneer de vrouw spreekt, gelooft hij het niet. Dan komt er een oogenblik van gevaar, waarin het schip dreigt onder te gaan.

Gij hebt haar gezien gij weet hoe schoon zij is. Toen ik vond dat zij mij liefhad, toen ik met haar getrouwd was, kon ik nauwelijks gelooven dat ik leefde, zoo gelukkig was ik; en o, Mijnheer, zij is even goed als schoon. Maar wat nu? Wel, nu komt mijn meester, neemt mij weg van mijn werk, van mijne vrienden, van alles waar ik aan gehecht ben, en zet mij aan den zwaarsten, geringsten arbeid.

Hoe duidelijk toont hij het eerste b.v. in de beschrijving van het gevecht tusschen de dorpers en den beer, waaraan hij door parodiëering der genealogische herauten-wijsheid zulk een komisch-grotesk aanzien weet te geven. Doch ook op eigen hand parodiëert hij het ridderwezen, zooals het hem uit Nederlandsche romans bekend was geworden.

Maar zoo gaat het: er lag een Senhor naast mij, die drie kogels gekregen had en toch maar een vent was niet veel dikker dan mijn linkerarm. Maar ieder kogel heeft zijn opschrift, weet je? Ik dacht bij mijzelven: Pulvertje, mijn man, daar is je leste uur geslagen: te meer toen ik zoo rondkeek en zag, dat ik op degenen, die nog leefden al zooveel kon rekenen als op een gekauwden kabel.

Hij is ontvanger van de Charadsch-belasting in Usküb geweest. Dan was hij het! En wat weet gij nu nog meer van deze zaak? Niets, totaal niets, Effendi! Ik heb u alles gezegd wat ik zelf weet. Ik zie aan u dat gij de waarheid spreekt, en daarom zal ik u niet langer kwellen. Maar misschien hebt gij den naam Aladschy wel eens gehoord? Ook niet! Effendi! vroeg de rechter wat is daar mede aan de hand?