United States or Laos ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ras en geloof zijn voor een Jood geen belemmeringen, zoodra hij minder loon voor den arbeid behoeft te geven. Hij weet wel, dat John zijn handwerk zal leeren en straks als zijn concurrent zal optreden; maar hij houdt zich overtuigd, dat hij, eer het zoover komt, zelf lang zijn slag zal hebben geslagen.

En overal, waar het stokje de aarde raakte, rees er uit den grond een tafeltje op, bedekt met een sneeuwwit kleed en beladen met bloemen en vruchten en wijn en taarten en alles, wat maar lekker was. In een oogenblik stonden er in 't rond, 'k weet niet hoeveel, van die tafeltjes-dek-je klaar. Nu ging de fee weer rond en bij elk tafeltje tikte ze even tegen een' poot.

Grootmoeder heeft een gezangboek met groote zilveren sloten en leest dikwijls in dit boek; daarin ligt een roos, geheel platgedrukt en verdroogd; deze is niet zoo mooi als de rozen, die zij in een glas heeft staan, maar toch lacht zij haar het vriendelijkst toe, ja, er komen haar zelfs tranen in de oogen! Waarom zou grootmoeder de verwelkte bloem in het oude boek toch zoo aankijken? Weet gij het?

Maar ook aan koning Arthur zelven zouden wij gaarne een passend bruidsgeschenk willen aanbieden. Landstreken en kasteelen bezit hij in overvloed, talrijker en schooner dan ik ze hem geven kan. Toch weet ik iets, waar ik hem genoegen mee kan doen.

Nee chut! laat me nu eens eventjes heel ernstig praten: Op den avond van den acht en twintigsten September zullen de aanstaande heer van Romphuizen en z'n echtgenoot de graaf en gravin Helmond Van Armeloo nu ja, niet al te ernstig kijken beste, want wie weet! enfin, dan zullen ze al dien ouden en nieuwbakken adel uit den omtrek, eens toonen wat chic en bon ton is; dan.... Nee, ik bid je nog een oogenblik geduld!

Daar gij weet, omdat ik het U zelf gezegd heb, wie ik ben en gij dus ook mijn ouders en mijn echtgenoot kent, die mij meer dan zijn leven lief heeft, verlang ook ik niets van hem, die een rijk man is en het wel doen kan, of ik heb het dadelijk, zoodat ik ook hem meer dan mij zelf lief heb.

Of dan het slot-gevecht op zee, en ik was op zoo'n schiet-schuit-mee... neen... zeeziek zou 'k niet wezen, ik zond u vast een draadbericht: »de vijand krijgt op z'n gezicht, de hemel is slechts vuur en licht, en donderslag en bliksemschicht, doch ik weet niet van vreezen«.

Dat was 't fijnste ... fijner nog dan habana ... da' was, za'k sterve op slag, je puur-zuiverste varinas, van ... ja, de Natuur weet ... meschien wel 'n riksdaalder 't pond, man. Nou mot je wete, dat er één ding op de wereld is, waar de ondergeteekende wel 'n moord voor kan doen, en da's juist branderige varinas, want as je die rookt, gaan je immédiatement fanteseere.

"Het is toch beter, dat ik ga, meent gij?" vroeg zij. "Goed, Army, dat wil ik ook, ziehier, dit is een uitkomst." Zij hield hem het roomkleurige briefje onder de oogen; hij herkende de sierlijke hand zijner trouwelooze bruid; onwillekeurig trad hij terug. "Blanka?" vroeg hij toonloos; "schrijft zij u?" "Weet gij, wat zij mij schrijft?

Plunderende zijn zij tot den Dam toe verder getrokken, en dat zij onbarmhartig hebben huisgehouden ... maar daarover behoef ik tegen jou niet te spreken. Die beulen! Aan de galg moeten zij, tot den laatsten man toe! Maar zeg mij nu, Marten, wat is je plan? Waarheen denk je je te begeven?" »Ik weet het niet, Jan Slob, ik weet het niet.