United States or Cambodia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Gij zijt niet genoeg, in uw leven, ontgoocheld geweest om dit niet dadelijk en met eene innige geestdrift aan te durven .... Ik, mijn vriend, ik heb alle beproevingen ondervonden en geen schande heeft mij de Goddelijke Voorzienigheid gespaard.

Toen dan "meneertje " bij den kommandant kwam en hem vertelde wat die twee jongens deden, zei deze: "Wel, die jongens toonen, dat ze ook dankbaar kunnen zijn en het zou jammer wezen, als we hun nu gingen beletten hun vriend op te passen!"

Eensklaps zag Uilenspiegel zijn vriend den kok op het dek stormen en den scheepsjongen een jongen snaak, ervaren in de Fransche en in de Vlaamsche taal, maar nog meer in het smullen achternazetten, met zijn grooten houten pollepel in de hand. Nietdeug, zeide Lamme, duchtig met zijnen stoklepel slaande, dacht gij dan, zonder eenige straf, voorbarig mijne stoverije op te peuzelen?

Mijn bleeke vriend, de Dood, de groote Bevrijder had nooit zoo iets schoons beleefd. Want wel waren er die schreiden bij Ferdinand's sterfbed, maar de zieke zelf glimlachte tegen den man met de zeis, toen hij zich op den rand van het bed zette, en zijn moeder luisterde naar zijn laatsten snik als een liefelijke muziek.

Toen eindelijk generaal Hertzog verscheen, ging 'n lang en oorverdoovend applaus in de zaal op en onmiddellijk volgden de heer en mevrouw Steijn hun grooten vriend.

Aan 't werk nu, komt! Gij, Marcus, goede schutter, Ad Jovem, die voor u; hier ad Apollinem; Ad Martem, die voor mij; Hier, knaap, aan Pallas; aan Mercurius deze; Deze aan Saturnus, vriend, niet Saturninus, Want dat waar' zeker schieten in den wind. Vlug, knaap; gij Marcus, schiet, zoodra ik 't zeg. Nu, op mijn woord, ik schreef niet te vergeefs. En liet geen enk'len god onaangeroepen.

Pallieter nam er een voor Fransoo zijn vriend, den schilder, en een voor het arme Gasthuizeken, ook aan den anderen kant der Nethe gelegen. Hij vaarde een heel eind met het schuitje het water op, en stak toen over, lei zijn boot vast, en met een pot op zijn schouders en met een pot in zijn arm, stapte hij den malschen klimmenden wegel op, en floot een scherp deuntje.

En terwijl hij gestadig de rijkdommen zamelde bleef hij steeds in de nabijheid van zijn vriend, om hem te bewaken voor de gehate paapschen en met hem te strijden voor het doel.

"Uw herinneringsvermogen bedriegt u, vriend Pulver!" zeide ik: "ik ken dien Heer zeer wel: en de gelijkenis, die gij vindt, kan niet streelend noch aangenaam voor hem zijn."

Maar het was de wil der Voorzienigheid, dat ik toch nog een laatsten groet zou hebben van mijn vriend en makker. Ik heb reeds gezegd, dat zijn Alpenstok nog tegen den op het smalle voetpad vooruitspringenden rotswand stond.