United States or Japan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ze had in de gang eene sterke lucht van gebraden vleesch waargenomen, en daalde eindelijk naar de keuken af. Daar vond ze hare jongste zuster met gloeiende wangen en roode oogen. De meid had in een oogenblik van onachtzaamheid eene prachtige kalfsborst doen aanbranden en onder vele tranen vertelde Christien nu, hoe ze nog alles in 't werk stelde, om de schade zooveel mogelijk te herstellen.

Geduurende zyne afwezigheid, vond ik my Bevelhebber der Rivier te zyn.

Twintig jaren lang had hij alles verzameld, wat hij bij zijn werk vond en de moeite waard achtte om te bewaren, en daar de mijnen van Cère en Divonne zeer rijk zijn aan delfstoffen, bezat hij inderdaad zeldzame stukken, die een natuurvorscher of een geoloog gelukkig gemaakt zouden hebben.

De jeugd was een bloementuil; ieder jongeling gaf zijn leven voor een sering of roos; ieder krijgsman was herder; en zoo men toevallig ritmeester der dragonders was, vond men middel Florian te heeten. Men wilde fraai zijn. Men tooide zich met kant en purper. Een burger geleek een bloem, een markies een edelgesteente. Men droeg geen souspieds noch laarzen.

Daar is de beste ankerplaats van het geheele eiland, daar nemen de sloepen de toeristen weer op, die zij aangebracht hebben, na hun wandeling op de hoogten van Staffa. De Clorinda drong een kleine kreek binnen, bijna aan den ingang van de Clam-Shell-grot gelegen. De zeilen werden geborgen en weldra plompte het anker in het water en vond een goeden ankergrond.

Met eenige verbazing had men in Rome eerst dit verzoek ontvangen en al was Pius VII een der eersten, die Napoleon met zijn keizerskroon had gelukgewenscht, hij had er wel wat op tegen voor een dergelijk menschelijk motief Rome zoo lang te verlaten. Ook bij het Heilige College vond Napoleons uitnoodiging ernstige tegenkanting.

Daardoor dacht ik mij op mijn meester te wreken en ik vond het plan zeer vernuftig. Zoo tevreden was ik er over, dat ik niet kon nalaten het mee te deelen aan een kameraad, dien ik op straat ontmoette. Sedert ik in Sévilla was, had ik eenige slechte kennissen gekregen en daaronder behoorde deze.

Toen zij bij eene kerk eene dame ontmoette en haar vroeg, waar Madame Milim woonde, bleek het de aangesprokene zelf te wezen, en deze brave vrouw vatte eene groote genegenheid voor het meisje op. Zij nam haar mede naar hare woning en hield haar den geheelen winter bij zich. Zij vond het onverantwoordelijk, het jonge meisje in het barre jaargetijde verder te laten gaan.

Eerst had zij daartoe wel alle middelen, die haar ten dienste stonden, in 't werk gesteld, maar tevergeefs. Toen hij nog erg klein was, volgde hij steeds zijn Grootvader als diens schaduw, en dan timmerde hij den geheelen dag, maar toen hij een jaar of vier werd, vond hij daar niet veel pleizier meer in.

Twee uren later, toen men den recruut afloste, vond men hem slapend als een blok bij het hok van Thénardier liggen. Maar Thénardier was er niet meer. Zijn gebroken ketens lagen op den grond. In de zoldering van zijn hok was een opening en daarboven een andere in het dak. Van zijn brits was een plank afgebroken en ongetwijfeld medegenomen, want men vond ze niet.