United States or Japan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het spreekt van zelf dat goede boter aan alles den fijnsten smaak geeft, maar zij is ook het allerduurste vet, want ofschoon zij op sommige plaatsen niet meer kost dan reuzel of ossenvet, is zij daarom minder voordeelig omdat men er veel meer van noodig heeft.

De visch van deezen naam heeft vyf of zes voeten lengte, is zeer vet, zonder schubben, en van eene zwartachtig blaauwe kleur. Zyne oogen zyn klein; hy heeft puntige tanden, en een zeer langwerpigen bek. Hy heeft drie vinnen, één op den rug, en twee aan de borst.

baldadig door den overvloed, waarin zij zich mogen baden, na jaren lang gebrek te hebben geleden: Als nu Jeschurum vet wert, zoo sloeg hy achter uyt; als ik hen onbescheiden, aanmatigend, onuitstaanbaar vinde, dan zeg ik in mij zelven: "Zoo knecht, zoo heer!"

Capitán Tiago was kort van gestalte, licht van huidskleur, rond van lichaam en gelaat, dank zij een overmaat van vet. Dit had hij van den hemel gekregen volgens zijn bewonderaars, van 't bloed der armen volgens zijn vijanden. Zoo leek Capitán Tiago jonger dan hij werkelijk was. Men zou hem dertig of vijf-en-dertig jaar gegeven hebben.

Het derde kind, ook meisje, maar iets ouder, veertien of vijftien jaar, lijkt naast de twee andere abnormaal vet, een meisje met vroegrijpe vormen. De meneer, die met de drie meisjes opkomt heeft niets buitengewoons. Hij is in gewoon wandelkostuum, draagt op de borst een ridderorde. Het is de vader, de voogd, de impresario, de dresseur der kinderen.

Het zwoord wordt zóó van het spek afgesneden, dat er nog een randje vet aan blijft, en dan snijdt men het in stukken van eene handbreedte en b. v. 3 palmen lang; ook snijdt men dergelijke dunne stukken van mager varkensvleesch, legt die op het zwoord, en strooit er zout en gesnipperde citroenschillen over.

Een winkel, waar vet, boter, olie, spek en dergelike dingen te koop zijn, noemt men wel een vettewinkel. Den man, die zulk eenen vettewinkel houdt, noemt men te Middelburg, en elders in Zeeland en Vlaanderen, met het zonderling geformde bastertwoord vettewarier, van vette waar afgeleid. De maagschapsnaam Rooswinkel zal wel oorspronkelik de naam zijn van het dorp Roswinkel in Drente.

Als dit gereed is, neemt men het vleesch uit het nat, voegt er eenig water bij en legt er de pooten weder in: die lang en langzaam geheel gaar moeten koken. Men neemt ze er dan uit, laat het nat koud worden en schept er zorgvuldig al het vet af, waarop men het weder warm maakt en over den haas giet, die in een vorm of diepen schotel moet liggen.

"Tom," zeide hij, "tante heeft den geheelen middag op je zitten wachten. Marie had je zondagsche kleeren klaargelegd en iedereen heeft zich boos over je gemaakt. Zeg, is dat geen vet en klei dat er op je broek zit?" "Nu, mijnheer Sidje, bemoei je met je eigen zaken. Waarvoor dient al dat lawaai daar binnen?" "'t Is een van de partijen, die de weduwe zoo dikwijls geeft.