United States or Madagascar ? Vote for the TOP Country of the Week !


Diep in den berg een grot te hebben gegraven, waarin men, ontoegankelijk voor de heele wereld, meent eeuwig te zullen kunnen slapen, en dan zulk een plaats dagelijks bezocht door de toeristen van de heeren Thomas Cook en Zoon!

Het publiek vaart het beste bij de oude, goede, algemeen gangbare idees die het al bezit. DR. STOCKMANN. En dat zeg je zoo maar ronduit! BURGEM. STOCKMANN. Ja, één keer moet ik toch eens ronduit met je spreken. Tot nu toe heb ik getracht het te vermijden, omdat ik weet hoe prikkelbaar je bent; maar nu moet ik je de waarheid eens zeggen, Thomas.

Dit merkwaardige stuk werd in 1590 uitgevoerd door de burgers van Gratz, Thomas Auer en Max Wening, en doet de inlandsche kunst alle eer aan. Terecht laat een geharnast ruiter de panthervlag van Stiermarken boven zijn hoofd vrij uit waaien. Op den muur naast den put herinnert een gedenkplaat eraan, dat de groote sterrenkundige Kepler te Gratz verblijf hield van 1594 tot 1606.

En daarom zeg ik, Thomas, dat ik onverbiddelijk ben in den eisch dien ik van plan ben je nu te stellen. DR. STOCKMANN. En wat is dat dan voor een eisch? BURGEM. STOCKMANN. Daar je je mond niet hebt kunnen houden over deze netelige zaak, tegen menschen die er niets mee te maken hebben, hoewel je het als een bestuursgeheim vóór je hadt moeten houden, kunnen wij de zaak natuurlijk niet meer smoren.

HOVSTAD. Ja, en dan is hij het toch ook, die er den eersten stoot aan heeft gegeven. BURGEM. STOCKMANN. Is hij dat? Zóó? Ja, ik hoor wel eens meer dat sommige menschen dat denken. Maar ik geloof toch wel dat ik ook voor een bescheiden deel in die zaak betrokken was. MEVR. STOCKMANN. Ja zeker; dat zegt Thomas ook altijd. HOVSTAD. Maar wie ontkent dat dan, burgemeester?

"Genoeg!" valt hij in, terwijl hij den vriend nu bewogen de hand schudt: "'t Zou Thomas, een vrij kritiek parquet voor je zijn, en hoe hartelijk 't mag wezen, ik zou er mijn wijfje maar liefst niet aan wagen. Ze moest onder jou heldenstuk eens verschrikt ontwaken en van dien rand naar beneden storten.

"Dat is de oude Thomas uit de pastorie," zeide tante en opende de deur. Het was zoo; daar stond de oude, kromme man, met de van regen druipende muts in de hand, en Doortje riep tante toe: "Ach, hoor eens aan, Kareltje van Dominé is gestorven, zoo even; wat spijt mij dat!" "Karel?" vroeg Liesje en stond eensklaps nevens den ouden man; "Karel?"

"Dat is de nieuwe eigenaar van het kasteel," zeide zij, niet zonder zekere trotschheid. "Ik vond hem aan het strand omdwalen. Hij wist niet hoe hij hier zou komen, daarom heb ik hem hier gebracht." "Mijn Hemel, Miss Beatrice, hoe weet gij dat hij dat is?" riep juffrouw Thomas uit. "Hij kan wel een inbreker zijn."

In het derde boek van Geoffrey of Monmouth's "Historia Regum Brittanniae" verschijnen de broeders onder de namen Belinus en Brennius als twee oud-Britsche koningen. Verder is de Arthur-literatuur vóór Thomas Malory buitengewoon zwijgzaam omtrent de geschiedenis der beide helden.

Van de oudste versies is er geen een over; de oudste die wij hebben zijn fragmenten van twee Franse berijmde romans die uit 't Anglo-Normandiese rijk stammen, die van Berol en van Thomas, uit de jaren 1160-1170; dan zijn er een paar latere Franse berijmde bewerkingen verloren gegaan, maar wij hebben een proza-roman uit de 13de eeuw over; in 't Duits bestaan er berijmde bewerkingen van Eilhart v.