United States or Slovenia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Iedere week kreeg ik er van vader een schelling in. Maar vader wist hoeveel er in was en ik spaarde voor een Fransch woordenboek. Toen ik thuis kwam was ik niet erg op mijn gemak. Ik was mijzelf overal in den weg en hoewel ik anders onbeschroomd naar boven ging, waar mijn boeken en mijn spaarpot stonden, nu durfde ik het niet wagen uit vrees, dat moeder vragen zou wat ik boven moest gaan doen.

Ze klemde de lippen op elkaar, tot haar mond de nauwe gleuf van een spaarpot geleek: er kon nog wel wat in, maar eruit kwam niets meer. Haar woorden hadden den Scholte Lodink op een denkbeeld gebracht. Den volgenden dag, toen hij met Johanna over 't veld ging, vroeg hij haar ronduit: "Wien mag je liever lijden, Herbert of Albrecht?" Zij bloosde om de plotselinge vraag.

Jacques stond me al op te wachten en het eerste wat hij vroeg, was: "Wel, heb je geld?" Ik zei van ja en een kwartiertje later zaten we te dobbelen. Ik was bijzonder gelukkig. In plaats van te verliezen won ik twee schellingen en toen ik naar huis ging vond ik mijzelf dwaas, dat ik mijn spaarpot weggegooid had. Als ik hem nu nog gehad had, had ik er weer alles in kunnen doen.

Het eenige, dat ik wensch, is zoo spoedig mogelijk Anka mijn vrouw te kunnen noemen. Zorg dan dat gij zoo spoedig mogelijk de duizend piasters bijeen hebt. Aha, Anka heeft gebabbeld! Maar wat dat betreft, ik heb mijn duizend piasters al haast bijeen. Anka is echter met de hare nog lang zoo ver niet. Hoeveel ontbreken er nog aan uw spaarpot. Nog twee honderd.

"Ik, Amy Curtis March, in de volle bezitting van mijn verstandige vermogens geef en vermaak al mijn aardse bezittingen dat is te zeggen, namelijk: "Aan mijnen vader mijne beste teekeningen, schetsen, portefeuilles en kunstwerken, met de leisten. Ook mijn spaarpot, om mee te doen wat hij wil.

Tante Kee zal ons chocolade geven!" "Dat zal prettig zijn," zei ik. "Nou! Maar zeg, je moet geld meebrengen, hoor!" "Geld? Ik heb geen geld!" "Heb je dan geen spaarpot? Als je komt moet je geld meebrengen, anders kan je wel wegblijven!" Nadat hij dit gezegd had ging hij heen. Ik keek hem na. Wat zou ik doen? Ik had wel een spaarpot en ik zelf was er baas over.

De scherven vielen rinkelend naar beneden, en op 't zelfde oogenblik kwam de hoofdonderwijzer naar buiten, die Jantje bij zijn kraag pakte en hem in een hoek van de school zette, niet ver van de kachel. "Jij blijft om twaalf uur wachten, hoor baasje!" zei de meester. "Ik moet je dan eens vragen, hoeveel geld je wel in je spaarpot hebt. 't Is er nu te laat voor, want de school gaat aan."

Hij bekommerde zich slechts om den spaarpot op het oogenblik, dat er een schadebetaling plaats had. Ze waren werkelijk droeve momenten voor Tom, vol spijt en goede voornemens. Luchthartige naturen als hij, moeten ter genezing van hun defect, tot meer intense gevoelens gewekt worden door de straf. Na zes jaar kreeg Vader ten slotte die aanwijzing. Moeders veertigste verjaardag was op handen.

Zoo rammelde zijn spaarpot zelfs nog meer dan die van de andere kinderen, hoewel arme Tom met zijn scherp ontwikkelde zintuigen, het klankverschil daarbij pijnlijk opmerkte. Edoch, terecht overdacht Tom hier, zoolang er leven is, is er hoop. Nog meer optimistisch tegenover de toekomst dan het doorsnee-kind, vergat Tom na elke uitbetaling heel gauw, dat zijn bezit kwijnde.

Ik heb toch nog niets voor u kunnen doen. Dat doet men ook niet voor een present. Leg het in uw spaarpot of zend het aan uw vader, die het wel zal kunnen gebruiken. Heer, gij geeft mij daar een goeden raad. Ik zal het aan mijn vader zenden. Hij zal Moeder Maria voor u bidden, ofschoon gij een Moslem zijt. Ik ben geen Moslem, maar een Christen. Daar ben ik te meer blij om.