United States or Austria ? Vote for the TOP Country of the Week !


Van hier tot den heer kapelaan van Bristen op den kop af, drie voet negen!" Tegelijk werd er in het diepste van zijnen breeden buik eene schudding merkbaar, die, een geweldig aardbeven gelijk, zich allengs verspreidde over zijn geheele lichaam. Hij lachte, dat de tranen twee stortbeekjes vormden langs zijne koonen.

Over het natte, neêrgeslagen gras liep de kleine Johannes haastig voort, voor zich uit starend naar den kant, waar het woud lichter werd, als had hij daar een doel. Zijn oogen waren rood van 't weenen en strak van angst en jammer. Zoo had hij den ganschen nacht geloopen, alleen zoekend naar het licht, met Windekind was het veilig thuisgevoel weg.

Inplaats van over paden loop ik over planken door den tuin. Door den kier van de vensterluiken zie ik alweer water. En een geluid van riemslagen en kabbeling van golven tegen een strevenden steven is het laatste wat ik, in halfslaap al, hoor. Den geheelen morgen ben ik aan en op de rivier geweest. Een vroolijke drukte als het daar is, een leven, een bedrijvigheid!

In den afgeloopen winter speelde het toeval mij kort na elkaar boeken en tijdschriften in de hand, die den geologischen toestand van het hoogland van Auvergne behandelden. Het gelezene wekte zoo zeer de belangstelling op, dat uitgebreider lektuur over dit onderwep gezocht en gevonden werd, en langzamerhand het plan tot rijpheid kwam om in den zomer die streken eens te gaan bezoeken.

Maar de burgemeester vertelde het hem nog eens dunnetjes over. Flipsen hoorde hem zwijgend aan; er speelde een bijna onmerkbaar glimlachje om zijne lippen. Hij meende te weten, waar hij thans zoeken moest. "Je moet bij de tenters eerst gaan onderzoeken, welke voorwerpen door hen worden vermist, en dan zoek je maar net zoo lang, tot je den dief gevonden hebt," besloot de burgemeester.

Geen woord had hij toen tot haar gesproken, en geen enkel woord was tot nu toe over zijne lippen gekomen, hoe dikwijls hij ook zacht de ziekenkamer binnentrad en het bedgordijn opendeed, om zijne moeder te zien. En Liesje wist, waarom hij zoo somber en stil was.

Maar 't kan me nie meer schele ook en 'k wor d'r onverschillig over. "Daar had je Dr. X, christelijk afschaffer en vegetariër. Bel 'k ook an de deur. Roept de meid: "mevrouw, kom nou toch 's kijke, daar staat dat en dat op die man z'n kist." Geeft de mevrouw mijn receptie in die gehoorzaal, en vraagt mijn wat dat beteekende.

Ik verwachtte echter niet, dat de zon zich dien dag zou vertoonen, want de gezichteinder was met dikke wolken bedekt; het scheen alsof de zon dat ontoegankelijk punt van den aardbol voor stervelingen niet wilde aanwijzen. Ik ging echter naar den Nautilus terug en volgde een smal voetpad, dat over den top der klip liep.

Dagen van licht, en dagen van regen, dagen van grijs, en dagen van blauw, en altijd stond de eenzame bloem daar. Wel waren de madeliefjes stil geworden over haar. Er waren er, die heel zachtjes fluisterden: dat de vreemde bloem toch eigenlijk geen kwaad deed! Dat waren de liefsten... Er waren er ook, die haar aanspraken, en zeiden hun verwondering. Dat waren de besten....

De eerste keer dat zij een zestal van zulke biddende Ostiakken tegenkwamen, kreeg die kwajongen van een Sander het in zijn hoofd hen na te doen, door op zijne handen te loopen, achter- en voorover te duikelen, allerlei bokkesprongen te maken en te eindigen met eenen luchtsprong als een karper op het droge. Zijn vader maakte zich daar in het geheel niet boos over.