United States or Ireland ? Vote for the TOP Country of the Week !


Naarmate de hemelbollen in aard minder met den ether verschillen, zullen zij, zooals op blz. 160 gezegd is, betrekkelijk trager bewegen en in massa toenemen en, in harmonie hiermede, de er op wonende wezens in zeker opzigt qualitatief minder met den Oergeest verschillen, trager in geestontwikkeling toenemen, op elk dier bollen gemiddeld langer leven.

De op blz. 276 gemelde zucht tot opheffing van den geest naar den onveranderlijken oneindigen Oergeest, vereischt dat diens onveranderlijke denkbeelden een invloed hoe indirect ook op onze veranderlijke denkbeelden uitoefenen, want anders zou het zijn, of dit onveranderlijke wezen voor ons geen objectief bestaan had, en aldus, zooals op blz. 275 gezegd is, die zucht bij de menschen niet kunnen bestaan.

De invloed dier reeks van denkbeelden van den Oergeest op onze denkbeelden moet echter niet beschouwd worden als inspiratie, maar zie blz. 122 als de oorzaak waardoor wij ons door middel der rede en verbeelding boven zintuigelijke indrukken verheffen.

De wet der veranderlijkheid werkt echter het ontstaan van zulk een toestand onophoudelijk tegen en wel sterker bij de hemelbollen qualitatief meer van den onveranderlijken Ether, en bij de geesten evenzoo meer van den onveranderlijken Oergeest verschillende. Deze wet werkt op verschillende wijzen.

De werking der wet der geschiktmaking tracht, zie blz. 169, de werkdadigheid van den geest, waarbij er geoordeeld, afgeleid en onder vooruitloopen der ervaring gedwaald wordt, te vernietigen, of liever om te zetten in de algemeene werkdadigheid van den Oergeest, hetgeen met de omzetting van gewone snelheden der ligchamen in de algemeenste atomistische bewegingen van den ether vergelijkbaar is.

Minder naauwkeurig, aangezien denking slechts op denking en niet direct op bewegingen van invloed is, zou men kunnen zeggen, dat door de denkbeelden van den oergeest door de bewegingen m bepaald, die organisatien op eene wijze, direct uit de bestaande gebreken voortvloeijende, voor derzelver levensomstandigheden geschikt gemaakt worden.

Die onveranderlijke denkbeelden van den Oergeest kunnen echter niet direct op de onze van invloed zijn, omdat deze dan ook een directen invloed op die onveranderlijke denkbeelden zonden uitoefenen, en hen niet volmaakt onveranderlijk zouden kunnen laten.

Men dient toch aan te nemen, dat, even als de wereldbollen in massa toenemen, door etherdeelen den aard hunner bestanddeelen te geven en aan zich te voegen, de zielen in grootte toenemen, door denkbeelden van den oergeest te verflaauwen ten bate hunner eigen hoeveelheid denkbeelden, want anders bestaat er op het gebied der veropenbaring der zelfstandigheid door denking niet iets overeenkomende met de onveranderlijkheid van het totaal der massa op het gebied der veropenbaring der zelfstandigheid door beweging.

Volmaakte geschiktheid in alle opzigten vordert aldus onveranderlijkheid, of gemis van alle verscheidenheid in tijd, doch, daar de ervaring leert dat verscheidenheid in ruimte steeds gepaard gaat met verscheidenheid in tijd, zoo zal het gemis hiervan met dat der verscheidenheid in de ruimte moeten gepaard gaan, en aldus de volmaakte geschiktheid slechts bij den onveranderlijken Ether en de onveranderlijke denkbeelden van den Oergeest te vinden zijn .

Bij den oergeest dit laatste het geval niet zijnde, zoo moet bij dit wezen het denken aan de volstrekt algemeene en onveranderlijke verschijnsels oneindig maal sterker zijn, dan dat over de veranderlijke en niet volstrekt algemeene, welke slechts bij en door den invloed van eindige wezens en eindige hemelbollen ontstaan.