United States or Saudi Arabia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Deze geheele ontzagwekkende berggroep, die bij morgen- of avondverlichting ongetwijfeld een prachtig effect moet maken, vertoonde nu, onder de loodrechte stralen der middagzon, niet veelmeer dan ééne saamgepakte levenlooze massa. Hier en daar dreven langs de lagere hellingen lichte wolken en nevels, opstijgende uit de rivieren, die zich tusschen deze bergen een weg baanden.

Vindt je het niet curieus, dat ik in het geheel niet verlangde haar te kennen? Neen, dat vind ik niet. Maar Harry, waarom? Dat zal ik je wel eens later vertellen. Nu woû ik graag alles van het meisje hooren. Sybil? O ze was erg verlegen en heel lief. Ze heeft iets zeer kinderlijks.

En heeft men dan het Miserere gehoord, dan mag men Rome verlaten, zelfs al is het Eerste Paaschdag en zelfs al kijken al uwe kennissen u verwijtend aan, omdat ge niet méer kerkmuziek gaat hooren. En toch, al hangt mijn hart nu niet zoo sterk aan Rome, ik verliet de stad toch, na drie dagen, met eene aandoening.

Daarvoor moeten wij in de eerste plaats dankbaar zijn." "Daar zweefden wij nu honderden meters boven de aarde. Het was inmiddels geheel donker geworden, onze lichten, toen nog niet zoo volmaakt als nu, doorboorden slechts moeielijk den zwaren nevel. We bezaten ook nog niet die uitstekende middelen om ons te oriënteeren, en Mu kon in 't minst niet vaststellen waarheen hij ons bracht.

Ik althans twijfelde er geheel niet aan; ik was nog niet vergeten wat er den vorigen dag met me geschied was. Toen ik thuis kwam, vertelde ik vader en moeder wat er dien dag op school gebeurd was. "Zoo," zei vader, "dat jongetje zal het ver brengen!" "Jawel, vader, maar er zijn er twee!" "Dat weet ik wel, maar ik bedoel nu dien Jacques, je vriend, weet je!"

De sceptische Schot vond zoo'n scène waarschijnlijk bijzonder pijnlijk. Bij deze onvereenigbaarheid van humeur kwamen verschillende omstandigheden, die in Rousseau, gelijk hij nu eenmaal was, wantrouwen tegen Hume moesten opwekken. Terwijl Rousseau nog in Parijs was, had daar in de salons een brief de rondte gedaan, zoogenaamd door Frederik van Pruisen aan hem gericht.

"Neen," zei Elsje, terwijl de blijde trek van haar gezicht verdween, "mijn grootmoeder is gestorven en nu blijf ik hier." "Och, wat is dat treurig; is je grootmoeder dood? Arm kind! En blijf je nu bij je tante?"

"Zou 't Marius zijn?" dacht de luitenant. Het was Marius. Naast het rijtuig stond, te midden van paarden en postillons, een boerinnetje, dat den reizigers bloemen aanbood, met den uitroep: Koopt bloemen voor uw dames. Marius naderde haar en kocht de schoonste bloemen uit haar mandje. "Nu waarlijk," zei Théodule uit de coupé springende, "word ik zelf nieuwsgierig.

Aan de Berbers is het te danken, dat wij nu nog vóór onze deur hebben, zoo antiek, zoo barbaarsch en zoo schilderachtig, als men er enkel een in de ontoegankelijkste deelen der wereld zou verwachten, een land, dat den reiziger een paar uren, nadat hij Europa heeft verlaten, onmiddellijk in een bekoorlijke, verwarrend vreemde wereld brengt.

De horlogemaker ging intusschen heimelijk weder door den slottuin terug; doch toen hij op den gewonen weg kwam, die naar het slot leidde, zette hij een hooge borst en stapte dat het een aard had, want hij was nu weder "la grande nation," en hij kwam rechtop en deftig de slotpoort binnen; dat deed hij heel mooi; hij was dan ook van aangezicht en postuur een knappe kerel.