United States or Macao ? Vote for the TOP Country of the Week !


Geene sprinkhanenplaag heeft in Egypte aan den oogst ooit grooter verwoesting aangebracht, dan de Hunnen-plaag bracht aan de Europeesche beschaving. Toch ontbrak het in die woeste tijden niet aan menschen, die, zonder dat ze dit wilden, in dienst der wetenschap waren. Het waren de Noormannen en Denen, die, gedreven door roofzucht, stoute zeetochten ondernamen.

Eén evenwel had het geluk te ontkomen, en dit was Thorwalds ongeluk. Zonder er aan te denken dat die »wangedrochten« ook eene taal hadden waarmede ze aan hunne broeders konden mededeelen, wat gebeurd was, bleven de Noormannen hun lui en gemakkelijk leven leiden, en zett'en zelfs geene enkele wacht uit.

Zie VAN LEEUWEN'S schets dezer togten voor de Herinnering aan het geslacht Sirtema van Grovestins, in de Vrije Fries, V 232, en vooral de noot op bl. 237, omtrent den tijd van het eindigen dezer invallen. Er bestond echter, buiten de plunderzucht der Noormannen, nog eene reden, waarom zij Friesland aan de Franken zoo lang en zoo hevig betwistten.

In den jaare 850, of omtrent dezen tyd, of voort na het overlyden van den Bisschop Alfridus, hebben de burgers van Groningen de kerk van St. Walburg, tegen het overvallen der Noormannen gebouwt. In den jaare 867 was in Friesland en elders een groote watervloed, waar door groote schade aan menschen en beesten geschiede.

Alles geschiedde zooals Thorwald voorspeld had. Hij stierf er, werd begraven onder de dennen op een' heuvel; een kruis werd op zijn graf geplaatst, en deze landstreek heette onder de Noormannen voortaan »Krossanes

Toen de Noormannen tegen het einde der 12de eeuw Engeland veroverden, vluchtten weder vele Anglo-Saksers naar Schotland, en vermeerderden daar het aantal der Germanen.

Nu valt alleen nog te vertellen dat, terwijl de Grieken zich voorstelden dat Atlas in een berg was veranderd, de Noormannen geloofden dat het Reuzengebergte in Duitschland was gevormd uit reuzen, en dat de lawines die van hun steile hoogten af naar beneden kwamen, de sneeuwhoopen waren die deze reuzen ongeduldig van hunne kruinen afschudden, wanneer zij hun verwrongen houdingen veranderden.

Bij den immer voortdurenden krijg tegen de Noormannen waren, in de drie eerste eeuwen na de invoering van het Christendom, de omstandigheden niet zeer gunstig geweest, om den toestand des volks zóódanig te verbeteren en om dien vooruitgang te bevorderen, welken men van zoo heilrijk eene gebeurtenis had mogen verwachten.

Aangezien nu de Friezen, althans na KAREL den groote, van het zwerven en veroveren hadden afgezien, en zich door eene bijzondere gehechtheid aan hun land kenmerkten, is hier kwalijk aan slavernij te denken, ten zij gevangen genomen Noormannen daarin vielen. Zoo denkt ook HALBERTSMA in zijne Letterkundige Naoogst, 1840, I 135, 138.

In de Middeleeuwen landden de Noormannen er, en zij waren het denkelijk die er de schapen invoerden, door er kudden achter te laten, om op hun rooftochten voorraad in te kunnen nemen. Het nageslacht van die stoutmoedige zeeroovers is wel ontaard.