United States or Faroe Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Daar weet ik van meê te praten, Nilus, zei de dominus; eens heb ik boete moeten betalen omdat ik met mijn grex te laat in Antiochië kwam: groote goden, hoèveel boete moest ik niet betalen! En het w

Twee "grijsaards", somde Lavinius op, en tot Nilus: Maar die eéne is vrijgelaten.... Gaan jullie zitten; twee adulescentes; komt binnen, komt binnen.... Zijn Cecilius en Cecilianus weêr achter....? Waar blijven zij toch? Twee "parazieten".... Ja, heer caupo, ik heb een heel volledigen troep; twee matrona-jongens; toe, nu wat opschieten, ? Zijn Cecilius en Cecilianus er weêr niet....?

En bedankte toen, matig in het leven, al was hij veelvraat op de planken, voor de tweede portie vleesch en boonen, die Nilus hem bood. Wat worden ze nou geleerd, zei Sila tot haar Egyptischen korenschipmatroos. Het lijken wel filozofen!

En toen ze zwanger was.... siste toch Taurus, rond kijkend, voorzichtig. Ja, toen heeft ze de oude Galla bij zich geroepen.... Ach, de arme! Galla....?? Dat monster! verontwaardigde de Alexandrijnsche. Pas op, zei Taurus; daar zit ze.... En is Julia gestorven.... Natuurlijk!! meende de moeder van Nilus, of het wel niet anders gekund had.

Zij hadden nu in éens lust te gaan.... Zij zouden hun tuniekjes in hun bundeltjes mee nemen naar de Thermen. En hun dubbelfluiten.... Zij gingen nu baden en ze zouden aan Nilus zijn ezel vragen: zij zouden op den ezel naar de Thermen gaan, en van de Thermen op den ezel naar den Palatinus. Ach, jullie zijn gek! riep de dominus, ontstemd over hun zorgeloosheid en onbekookte uitvallen.

Wat! riep Nilus verontwaardigd in de poort.... Is er geen plaats meer? Zoû er geen plaats meer zijn voor mij?? Voor mij, die al sedert de nacht bezig ben geweest te kokerellen, zoo dat van avond de caterva wat te eten heeft?? Maar daar komt niets van in, hoor! Plaats moet ik hebben en zal ik hebben, voor mijn moeder, voor mij en mijn slaven....!

Nilus ging iederen dag op zijn ezel ter markt maar des avonds was het niet zóo vol meer in zijn taveerne, hoewel vol toch nog steeds en Lavinius Gabinius kwam dikwijls des middags, na de siësta, een praatje met hem maken op de bank, buiten de taveerne, over de hooge gestoelten onder obscene reclame-schilderijtjes van het huis van Taurus, waar de meiden nu alleen tegen zonsondergang kwamen tronen.

Vóor we in de taveerne bij Nilus kwamen? fluisterde Cecilianus; ja, héel anders.... Het was me daar zoo meer als in Alexandrië.... Weet je wèl? Bij den neef van den Legaat, ja.... En in Antiochië.... Bij dien rijken Pers, die altijd dronken was.... Het is hier voornáam.... Heel voornaam.... Niet te vrij zijn, broêrtje.... Vrij? Heelemaal niet vrij zijn, hier.... Maar ik krijg honger....

Jij bent een caupo: je geeft eten en drinken aan al dat volkje hier in de Suburra en daarbij ben je een vreemde ziel, ben je een mysticus, Nilus, ik kan het niet anders noemen en heb jij van de boorden van den Nijl iets geheimzinnigs meê gebracht, dat we geen van allen begrijpen en weten, maar dat ik toch in je voel.

Ja.... zeide Nilus. Ja.... zei de senex. Wat meenen jullie?? vroeg de dominus: hij keek van links naar rechts. Dominus, zeide Nilus; nu je het niet meer zoo druk hebt, moest je eens met me meê, naar de Broederschap van Isis.... Ach, vriend caupo, als ik je daar meê pleizier kan doen.... zei de dominus naar rechts.