United States or Vietnam ? Vote for the TOP Country of the Week !


Sommige jongens stortten er zelfs tranen om. Maar Karel Holm en mij speet het 't meest van allen, want wij hadden het meest met hem omgegaan. »Dag Bobzeiden we bij het afscheid nemen, en onze oogen waren vochtig, evenals de zijne: »Het ga je goed, . 't Spijt me, dat je heengaat.» »Mij niet minder; dag Dorus! dag Karel! Maar 't is om Moe, weet je. Als ik haar maar behouden mag

"Toen ik afscheid nam, Toen ik afscheid nam, Lachte mij het leven toe; Toen ik weder kwam, Toen ik weder kwam, Was mij alles droef te moê " Liesjes stem klonk diep weemoedig. "Nu het laatste vers," verzocht Nelly; "mama hoort het zoo graag." "Ik kan niet meer," antwoordde zij zacht en verwijderde zich van de piano. "Och, dat spijt mij, Liesje," sprak Nelly's moeder nu, "ook geen Kerstlied?"

Zou haar liefde sterk genoeg zijn om den schok van de ontdekking dezer schijnbare ontrouw te doorstaan? Dit was de vraag, waarmede hij zich afpijnigde en die hem geen rust liet. Elaine zag wel, dat er iets was, dat hem bezwaarde, daarom verdubbelde zij hare teedere zorgen, maar tevergeefs! de zieke bleef moe en lusteloos.

Dat is nu een staaltje van de manier waarop het kind altijd handelen zou, als men haar liet begaan." "Wel," zeide Ophelia zonder omwegen, "ik meen dat gij toch ook denken zult dat uwe bedienden menschelijke wezens zijn, en rust behooren te hebben als zij moe zijn." "Wel zeker natuurlijk.

Ik heb ook nog nooit zulk een kaliber gezien. Hij nam mijn berendooder, die tegen den muur stond, in de hand, en woog het. Wordt gij niet moe, als gij het lang moet dragen? Neen, ik ben er aan gewoon. Maar waarom maakt men bij u zulke zware geweren? Alleen het aanleggen is reeds een pijnlijke inspanning. Men maakt tegenwoordig ook geen geweren meer van dat kaliber.

Af en toe werden de rouwpaarden, die voor de lijkwagens gespannen waren, schichtig en bewogen onrustigen dan kwam het mij voor alsof in de doden zèlf een onrust voer; als waren ze het wachten moe; als hadden ze haast om in het graf te komen.

Zij beelden geheel en al onze eeuw uit, die moê is van alles en zichzelf en zoekt, zoekt, zoekt, zelfs in ons Verleden! Zij zijn kunstenaars, die jongens, zoo als ik er nooit heb gezien en ze weten misschien zelf niet, dat ze het zoo zijn.... Wat mooi van hen is, waardeerde Quintilianus; is, dat zij statariesch blijven, terwijl zij in Hero en Leandros geheel en al motoriesch waren.

Soms worden we dan moe van het denken. We kunnen als het ware niet meer. We waanden ons in een droom, maar keeren terug tot de harde wreede werkelijkheid. Ons kwelt de smart en we roepen het uit, roepen het uit om verluchting te krijgen van het hart, dat niet meer weet waarheen zich te wenden. We berusten ten slotte, trachten althans te berusten.

Zij sloot hare oogen, zeer moê van het ronddolen in die geheimzinnigheid des verledens, en zij zuchtte en streelde zijne hand, die zij in de hare had. En ook hij doolde rond in dat labyrinth van mysterie, zonder te vinden. Ook hij dacht zich nu terug en hij herinnerde zich iets van hunne laatste dagen te Londen: hij herinnerde zich Bertie's harde woorden, toen hij, Frank, gezegd had naar de Rhodes' te willen gaan; hij herinnerde zich Bertie's vleien en drijven om Londen te verlaten, om de wereld rond te zwalken ... Zoû Bertie ...? Had Bertie eenig belang ...? En hij zag het niet in, in den eenvoud zijner onpractische, achteloos milde vriendschappelijkheid, die nooit geld geteld, die het steeds gedeeld had met een ander, omdat hij veel had en die ander niets; hij zag het niet in, omdat hij over dat alles nooit had nagedacht in zijne vreemde onverschilligheid voor alles wat naar geldzaken zweemde: eene onverschilligheid, die als eene lacune in zijn begrip was, zooals een ander lacunes heeft waar het politiek, of kunst, of w

Moe lachte. »'t Komt wel goed, hoor; weest maar gerust!« 't Kwam goed. Des middags wandelde moe naar het huisje, waarin de ouders van Roelofje en Jacob woonden. Wat ze er deed? Niemand, die het gewaar werd. Maar alle kinderen uit het lokaal van meester Fransen zouden Zwolle zien: Roelofje en Jacob ook. En als later de moeder van dat tweetal over mevrouw Veenhof sprak, weet je wat ze dan zei?