United States or Saint Lucia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Aan mijne hooze? wel, om nooit met natte billen te loopen. Daarop dronk Klaas een groote teug bier uit zijn tinnen beker. Uilenspiegel vroeg hem: Waarom hebt gij zoo'n grooten beker en ik maar een klein kroezeken? Klaas antwoordde: Omdat ik uw vader en de baas van het huis ben.

En nochtans, zeide Nele, zijt gij het, die kwaamt met eenen vriend, dien gij mij tot man wildet geven; gij weet dat ik van hem niet wilde weten; wat heeft hij gedaan, uw vriend Hilbert, wat heeft hij gedaan voor zijne oogen, nadat ik er in krabde met mijne nagelen?

Dat is de oorzaak van eene onverbreekbare vriendschap, die ons verbindt, eene vriendschap, welke wij met ons bloed bezegeld hebben, dat wil zeggen: dat wij ons zelven eene kleine verwonding aan den voorarm toegebracht hebben en dat wij dit wondje uitgezogen hebben, wel te verstaan hij het mijne en ik het zijne! Voortaan zijn wij, Tonaïa en ik, vrienden tot in den dood!

En ten slotte verzoek ik mijne lezeressen om bij elk hoofdstuk de voorafgaande aanmerkingen niet voorbij te zien, daar juist hierin de wenken vervat zijn, die moeten dienen om te voorkomen dat soms, door onkunde het beste recept in de toepassing mislukt. Soepvleesch.

Gij hebt alles goed uitgedrukt. De beurt is thans aan mij, en vermits het mij toeschijnt dat gij doof zijt voor de taal des harten, moet ik u wel met woorden aanspreken.... Ssjt! houd de sigaar maar stevig in den mond, en maak damp met wat ge hierop al antwoorden wilt, ik bid u.... Toen ge vrij werd gesproken en ik, de eerste, u in mijne armen ontving, wist ik reeds dat de vrijheid u een last zou worden, omdat ik wist dat gij uw hart van eene zekere liefde, die ge wel kent, niet hadt bevrijd.

Ik dacht aan mijn veelbewogen verleden, en mijn droeve, door de herinnering aan ongewrokene beleedigingen gekwelde ziel vond geene rust, terwijl de Egyptische grijsaard aan mijne zijde, door het eentonig geluid der tegen het paardentuig bengelende klokjes, den gestadigen hoefslag der paarden en het ruischen van den stroom slaperig geworden, aan mijne zijde zachtkens ingedommeld was.

Nitetis, om wier lippen tot op dit oogenblik een opgeruimde glimlach had gespeeld, sloeg nu de oogen neder, en vroeg met doffe stem: »Moet ik den goden van mijn land, die ik tot hiertoe heb aangebeden, en die mijne smeekingen nooit onverhoord lieten, ontrouw worden? Kan ik, mag ik hen wel vergeten?"

Wij bereikten eene diepte van honderd meter, en liepen onder eene drukking van tien atmosferen; doch mijne kleeding was zoo gemaakt dat ik van die drukking niets gevoelde; alleen bemerkte ik zekere belemmering in het gebruik mijner vingers, doch dit verdween spoedig, en hoewel ik vermoeid moest zijn van eene wandeling van twee uur in eene kleeding, waaraan ik zóo weinig gewoon was, gevoelde ik daarvan bijna niets.

Die trouwe leuningstoel staat nu nog bij mij, maar is niet meer dezelfde; ook de sofa is veranderd waarop de goede oude Natalie Petrowna sliep, die bij mijne tante inwoonde, niet voor hulp, maar omdat zij geen onderkomen had.

Mijn bloedverwante betrok mijne geheele familie er in en mijne armoede, die dag aan dag nijpender werd, droeg er niet weinig toe bij om mijn tegenstand te doen overwinnen. Eindelijk bezweek ik voor den aanhoudenden drang en huwde den markies van Guardia, die mij medenam naar een zeer mooi kasteel bij Burgos.