United States or Tuvalu ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Cezar!" riep de hansworst, opspringende: "wel mannetje! waar heb je gezeten?" De aap, zijn meester ziende, ontwrong zich aan den monnik en sprong vroolijk in de armen, welke zich openden tot zijn ontvangst. "Vrouw!" vervolgde de monnik, terwijl hij met vlammende oogen naar de waardin toetrad: "waar is de jonkvrouw gebleven, die ik aan uwe bescherming heb toevertrouwd?"

"Die brengt ongeluk aan," zei het mannetje, en meteen sloeg hij de deur weer dicht; want hij had ook gezien, dat de zwarte wijzer naar Lize's nummer liep, en hij hoopte nog, dat Lize er niets van gemerkt had. Maar Lize had wel iets gemerkt, en het hart klopte haar zoo angstig. Ze had een gevoel, of haar een groot ongeluk naderde. Ze wist nu op eens niets meer te vragen of te zeggen.

Het mannetje zit in den top van een boom, draait heen en weer en roept "tu"; het wijfje, dat misschien op den stam zit, antwoordt hierop met den klank "twèt". Daarna vliegen beide gezamenlijk rond en jagen elkander spelend na, nu eens om den boom heenfladderend, dan weer op de takken dartelend en hun vaardigheid in 't klimmen toonend, altijd door echter onder luid geroep.

Het mannetje en het wijfje broeden om beurten, zijn vol zorg voor hun broedsel, vliegen onder klagend geschreeuw om den mensch, die in de nabijheid van hun nest komt en brengen de jongen, zoodra deze droog geworden zijn, naar een terrein, waar zij schuilplaatsen kunnen vinden, later naar groote poelen en eindelijk, als zij hunne vleugels beginnen te gebruiken, naar de open zee.

Terwijl het wijfje broedt, zingt het mannetje op alle tijden van den dag zeer ijverig, het meest in de morgenschemering, maar ook gedurende heldere nachten; zonder hem zou men in de gewesten, die hij op deze lieftallige wijze vervroolijkt, nagenoeg nooit klanken en zangen vernemen. Een groote verandering is in hem op te merken, zoodra hij in vuur geraakt.

Mis mannetje, ik blijf net zoo lang als jij. Kom, ga je meê naar boven? O, het ligt zoo hoog, dicht bij de galmgatenIn een oogenblik had ik mijne zitplaats verlaten en was ik gereed, hem te volgen, want voor een uilennest geloof ik, dat ik zelfs mijne boterham had laten staan. »Kom Janriep ik den orgeltrapper toe, »ga je meê? Dat moeten we zien

Zoodra hij dit bespeurde, draaide hij zich om. Sneller dan de gedachte beschreef zijn arm een halven cirkel en gleed zijn mes in 't voorbijgaan langs de aangezichten en kleederen zijner bespringers, onderweg eenige aan dezen toebehoorende lappen vleesch en laken en een gedeelte des hoeds van het kleine mannetje medenemende.

Dan dacht zij na, en zij moest er bitter om lachen wat 't haar een strijd en een moeite had gekost om Jozef zijn huwelijksaanzoek niet te weigeren, om dat het haar zoo hard was voorgekomen zich van haar vader te scheiden, om dat zij zich niet had kunnen denken in een toekomst, waarin zij niet altijd aan zijn zijde zoû zijn om hem te verzorgen en hem nooit alleen te laten, om dat zij zich met afschrik had voorgehouden, hoe, als zij trouwde, zij daar het zwakkelijke, goede, oude mannetje alleen in zijn huisje zoû moeten achterlaten misschien.

Het steeds thuiszitten van het wijfje en het vrij rondzwerven van het mannetje zijn duidelijk te onderscheiden menschelijke instellingen; achter ons volgen zulke laag georganiseerde wezens als de rondvliegende mot, wiens vrouwtje zich zelden meer dan een paar voet van de plaats waar zij pop-mot was verwijdert. Zij heeft afgeknotte vleugels en kan niet vliegen.

Domoor dacht aan het grijze mannetje, dat zou hem wel kunnen helpen, en hij ging het bosch weêr in, en naar de plaats waar hij den boom had geveld; dáár zag hij een man zitten, die trok een allerdroevigst gezicht.