United States or United Kingdom ? Vote for the TOP Country of the Week !


Kom eens hier, man! Hoe heet je?” roept eensklaps de baron, het verhaal van Dirk afbrekend. „No. 181; och, neen! Dirk de Vries,” is ’t verwarde antwoord. „Kom hier, kerel!” Do oude heer rijst van zijn stoel op en herhaalt zenuwachtig: „Kom dan!” Dirk aarzelt en ziet nu eens den ouden heer, dan weer de freule, verlegen aan. „Maar kom dan toch bij me!” De manke nadert.

Een man wiens streven is iets te worden buiten zichzelf, lid van het Parlement, een voorspoedig kruidenier, een uitstekend advocaat, rechter of iets even vervelends, slaagt onverbiddelijk en wordt wat hij wenscht te zijn. Dat is zijn straf. Zij die een masker begeeren, hebben het te dragen.

Bemoedigd steekt zij dan ook het hoofd naar buiten en roept met heldere stem: "Die man dáár vergist zich, ik heb vandaag nog een brief van mijn man, die gisteren is geschreven, en waarin hij mij bekend maakt, dat hij met 's Lands vloot eerstdaags de vijanden weer hoopt te gaan opzoeken."

Hoe het ook zij, Fogg legde zorgvuldig zijn horloge op tafel en volgde de wijzers met onafgebroken aandacht. Geen woord kwam over zijn lippen, maar zijn blik was somber en strak. De toestand was vreeselijk en voor hen, die in zijn hart niet lezen konden, was die toestand deze: als eerlijk man was Phileas Fogg geruïneerd en tevens was hij gevangen gehouden als een schurk. Dacht hij nog aan redding?

Boulatruelle had hardnekkig geweigerd den naam te zeggen. Deze vreemde droeg een pakje, een vierkant voorwerp, als een groote doos of klein kistje. Boulatruelle was verwonderd. 't Was echter eerst na zeven of acht minuten, dat de gedachte bij hem opkwam den man te volgen.

"Daarvan weet ik niets, mijnheer." "Uw man ontving ze op de fabriek. Heeft hij ze misschien achtergehouden of vernietigd?"

Maar hij was buitengewoon breed; ik zou haast durven zeggen, dat hij even breed als lang was, een bewegende toren en een, die langzaam bewoog, een olifant of een hippopotamus, dien men gekleed had in een broek en buis en met een klein hoedje. Alle vergelijkingen met groote gebouwen en zware beesten kwamen iemand in den zin, als ze dien forschen man zagen met zijn enorme ledematen.

Ik kan mij een dapperen rechtgeloovigen eerlijken Turk niet als een half of heel skelet voorstellen, en weet bij ervaring dat men in het land der Osmanen, voor een meer dan middelmatig langen mageren en bovendien baardloozen man, op zijn hoede moet zijn. Ik vermoed dat de kleermaker zoo iets op mijn gezicht las, want hij vroeg mij: Is het u niet naar den zin, dat ik u bij hem breng?

Als de bot mij koningin kan maken, dan kan hij mij ook keizerin maken. Ik wil keizerin wezen. Ga dadelijk heen." Toen moest de man wel gaan; maar hij kon de beenen haast niet voor elkaar krijgen, hij had het zoo benauwd. In zich zelf zuchtte hij: "Dat gaat niet goed, dat gaat niet goed: keizerin is te erg, het kan den bot op 't laatst ook wel te veel worden."

Zegt dat aan degenen, die u hier gezonden hebben; die zullen misschien wel weten, dat ik er de man niet naar ben, om met mij te laten spelen; dat hebben zij trouwens vandaag reeds ondervonden en gevoeld. En nu kort en bondig, welke boodschap hebt gij hier te doen?" "Wij moeten u bekend maken, dat de landbouwer van hier met zijn broer en zijn nicht in onze handen gevallen is." "Dat weet ik al."