United States or Anguilla ? Vote for the TOP Country of the Week !


De godsdienst volgt en begeleidt hem, als kind en knaap, bij het spel en bij de studie; als man, op het kantoor en in de werkplaats. Op alle hoogere en lagere scholen vindt ge eene verzameling van gebeden, op de verschillende omstandigheden van het schoolleven toepasselijk: gebeden bij den aanvang van het studiejaar, bij het begin der vacantie, bij de opening van een nieuwen cursus.

"Wat goed nieuws brengt gij ons, lieve knaap?" vroeg Machteld met vriendelijkheid. Nu hief de Hofknaap het hoofd op, en antwoordde met zijn zoete kinderstem: "Aan de doorluchtige dochter van de Leeuw, onze Graaf! Ik breng een boodschap van mijn heer en meester Gwyde, die op dit ogenblik met vijfhonderd ruiters in de stad gekomen is.

Hij lag in de weeke weelde van zijn sierlijk bed en kreunde heel zacht. Wat is er, kind? vroeg de dominus. De jongen bewoog niet.... Ben je ziek? Ben je ziek, mijn jongen? vroeg Crispina. Cecilianus kreunde. Wat is er, mijn ventje? vroeg teeder de dominus. Ik ben ziek.... kreunde de knaap. Sta je niet op? Ik kan niet.... Wat heb je? Ik weet niet. Sta dan op.... Neen....

Maar weet, schoone Jonkvrouw! dat ik morgen, zoo ik den knaap overleve, verwinnaar of verwonnene, niet zal gedoogen, dat gij een dag langer deze verpeste lucht inademt."

"Kom! kom!" zeide mijn vader: "ik zou het niet gedaan hebben, indien ik niet de overtuiging bezat, dat bij dien knaap een goede grond ligt en dat de kern beter is dan de schil. 't Is maar jammer, dat hij met dien Lodewijk Blaek omgaat." "En dat hij zooveel Fransche woorden bezigt," zeide mijn moeder. "Dat is Haagsche stijl," zeide ik: "en hij doet het niet erger dan anderen."

"Ziet gij daar," zeide Pieter, "dien mageren, tengeren knaap, die zooveel pret schijnt te hebben in de vlugheid onzer matrozen, met die wapperende veer op zijn hoed en dien donkerblauwen fluweelen mantel, dien hij zoo dicht om zich heengeslagen heeft? Dat is Zijne Hoogheid." "Waar?" zeide Engel. "O, ik zie het al. Daar staat hij.

Ik waande een oogenblik, dat het mij schemerde; maar ik kon geen twijfel meer voeden; het was Simon zelf, en de andere knaap liep op een drafje met het marsje van den Jood weg.

Meester heeft altijd gezegd dat ik er één houden zou altijd heeft hij dat gezegd," herhaalde zij gedurig op een hartbrekenden toon. "Vertrouw maar op den Heere, Tante Hagar," zeide een der mannen droevig. "Wat zal mij dat baten?" antwoordde zij, hartstochtelijk snikkende. "Moeder, moeder, spreek zoo niet," riep de knaap. "Zij zeggen dat gij een goeden meester hebt gekregen."

Cambyzes gevoelde zeer goed, dat hij de liefde, die men zijn broeder van alle zijden geheel vrijwillig schonk, niet koopen kon. Hij haatte Bartja niet, maar het verdroot hem dat een knaap, die zich door geene daden had doen kennen, door alle Perzen als een held en een weldoener vereerd en bemind werd.

Het was, toen ik hem als knaap van vijftien leerde kennen, een oude, stoere, grijze, forsche kerel, met een kreefte-rood, als 't ware roodgekookt gezicht, waarin twee kleine, hard-blauwe varkensoogjes je valsch aanloerden. Nooit heb ik dien vent zien glimlachen of lachen. Dat kon hij niet. Altijd stond zijn tronie stug en norsch, alsof hij iedereen verdacht van kwaad en overal vijanden zag.