United States or Sweden ? Vote for the TOP Country of the Week !


Daarenboven zal Zermah haar die vermoeienissen onderweg wel weten te besparen!..." »Maar wanneer dat kind kwam te overlijden..." »Beter dat, dan dat zij aan hare ouders weergegeven werd!" »Gij haat die familie Burbank dan wel zeer!..." »Ik haat haar, zooals gij doet! Niets meer, niets minder." Zermah was haren toorn niet meer meester.

"Is het je wensch; is het noodig? goed! maar zoo niet.... als men mijn lieve kind slechts den eerbied betoont, dien men haar als vrouw is verschuldigd, dan ben ik tevreden." "O wat dát betreft; zie maar, de laatste regels ze vloeien over van eerbied."

"Ik vind het vervelend," zeide de jongeman. "Waarom?" "Waarom? Je denkt er toch zeker niet aan naar dat diner te gaan." "Daar denk ik zeker wel aan ..... Zie jij maar hoe jij het alleen klaar speelt!" "Maar beste kind, dat geeft toch heelemaal geen pas! Je moet een anderen keer maar eens gaan." "Die is goed, een anderen keer!

Kennis van het kinderlijk gemoedsleven is van groote beteekenis om de persoonlijkheid van denkers en dichters te doorgronden. Niet de kennis van de uiterlijke omstandigheden is van het grootste belang, maar het inzicht in het innerlijk leven van het kind: de ontwikkeling zijner fantasie, het aanvoelen zijner omgeving, het reageeren op zijn opvoeding.

De man begroef haar onder den amandelboom en hij weende zoo zeer; een poos, toen werd het wat minder; en toen hij nog wat geschreid had hield het op, en nog een tijd, toen nam hij weêr een vrouw. De tweede vrouw kreeg een dochter; maar het kind van de eerste vrouw was een zoontje, en hij was zoo rood als bloed, zoo wit als sneeuw.

"Zal ik maar naar mijn kamer gaan, grootmama, en u verder de zorg voor deze jonge dame over laten?" "Ja, dat is best. Ga jij dan maar met mij mee, kind, dan zal ik je je slaapkamer wijzen. Vindt je het hier niet mooi?" "Prachtig mooi!" zei Elsje op bijna eerbiedigen toon, terwijl ze bewonderend keek naar het lieflijke uitzicht, dat men van uit de veranda had naar alle kanten heen.

Dat kon nu immers juist 's een zuiver genotsmoment zijn, de ongeveinsde blijheid te zien in de oogen van zoo'n arm kind, als ze 's werkelijk verrast werd, niet met een neergesmeten fooi, maar met een cadeautje, als van een broer. Ze gingen een bazar binnen en kochten een ringetje.

Och, gedwongen liefde en geverfde wangen duren niet lang. Het arme kind!" sprak zij bij zich zelve. "Als zij haar maar niet zoeken over te halen! Mientje zal het niet doen, maar Frederik, die is geheel door den jongen betooverd!"

Ik heb u reeds eergisteren en gisteren verwacht, nu zend ik naar u om te weten, waar gij zijt en wat gij doet. Ik wilde eerst zelf komen, maar ik heb mij bedacht, daar ik wist, dat u dit onaangenaam zou zijn. Geef mij een kort antwoord opdat ik weet, wat ik doen moet...." "Het kind is ziek en toch wilde zij zelf komen onze dochter ziek ... en deze vijandige toon...!"

Want ik ben Isis, de groote Toovenares, de Zegster van tooverspreuken. Val neer, o vergif van Mestet! Haast u niet, vergif van Petet en Thetet! Nader niet, vergif van Matef. Want ik ben Isis, de groote Toovenares, de Zegster van tooverspreuken. Het kind zal leven, het vergif zal sterven! Zooals Horus sterk en gezond is voor mij, zijn moeder, zoo zal dit kind sterk en gezond zijn voor zijn moeder!"