United States or Argentina ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hij meende, dat zelfs zijn vriend Caesar hem verachtelijk aanzag, en toen ze thuis kwamen in de kamer, durfde hij niet bij den hond gaan liggen slapen. Den volgenden morgen werd Jarro weer naar buiten gebracht op het meer. Ook nu weer kreeg hij een paar eenden in het oog. Maar toen hij merkte, dat ze naar hem toe kwamen, riep hij: "Weg! weg! Pas op. Ga een anderen kant uit.

Toch zag Caesar er minder ontevreden uit dan den vorigen dag, en toen de avond kwam, nam hij Jarro in zijn bek, droeg hem naar den haard, en liet hem slapen tusschen zijn voorpooten. Maar Jarro tierde niet meer in de kamer. Hij was diep ongelukkig. Hij leed onder de gedachte, dat de menschen hem nooit hadden liefgehad.

Nu was hij toch verloren, want daar stond hij, die gevaarlijker was dan menschen en roofvogels. Dat was niemand anders dan Caesar zelf, de langharige jachthond, die hem nieuwsgierig besnuffelde. Hoe akelig bang was Jarro den vorigen zomer niet geweest, toen hij nog een klein, geel, donzig jong eendje was, telkens als het geroep door het rietveld had geklonken, "daar komt Caesar aan!

Toen kwam Caesar, deed zijn grooten bek open, en pakte hem op. Jarro meende natuurlijk, dat de hond hem doodbijten wou, maar Caesar droeg hem naar de mand terug, zonder hem kwaad te doen. Daardoor kreeg Jarro zoo'n vertrouwen in Caesar, dat hij op zijn volgenden tocht door de kamer naar den hond toeging, en naast hem kwam liggen.

Op een avond, toen hij en de andere jonge eenden zich vermaakten met heen en weer te vliegen over het meer, loste een jager een paar schoten op hen, en Jarro werd in de borst getroffen. Hij meende, dat hij sterven moest, maar opdat hij, die hem had getroffen, hem niet in zijn macht zou krijgen, vloog het dier door, zoolang het kon.

De duikers zwommen rond met nieuwe veeren kragen om den hals, en de snippen begonnen strootjes te zoeken voor hun nesten. De jongen ging in een platte boot, legde Jarro op den bodem ervan, en begon zich te boomen naar het midden van het meer.

Op een dag, toen Jarro en Caesar op hun gewone plaatsje voor den haard lagen, begon Klorina, die boven op den haard zat, met de wilde eend te kibbelen. "Ik zou wel eens willen weten, Jarro, wat jelui, wilde eenden, 't volgend jaar zult beginnen, als het Takermeer wordt drooggemaakt, en in een akker veranderd," zei Klorina. "Wat zeg je daar, Klorina?" riep Jarro, en sprong op van schrik.

Peer Ola had veel met Jarro gepraat, terwijl die stil in zijn mandje lag, en hij was er van overtuigd, dat de eend hem begreep. Hij vroeg Moeder, of zij hem bij het meer wou brengen, dan zou hij Jarro wel zien en hem overhalen weer terug te komen. Maar Moeder wilde dat niet. Toch gaf Peer Ola daarom zijn plan niet op. Den dag nadat Jarro verdwenen was, liep Peer Ola buiten op de plaats.

Toen stond hij een heele poos te wachten, maar Jarro verscheen niet, hij zag wel veel vogels, die op hem leken, maar ze vlogen voorbij zonder naar hem te kijken, en hij begreep dus, dat zij de rechte niet waren. Toen Jarro niet bij hem kwam, dacht de kleine jongen, dat hij hem zeker gemakkelijk zou vinden, als hij maar op 't meer kon komen.

Ik ben maar een lokvogel," dat er een duikernest kwam aandrijven naar 't eilandje, waar hij stond vastgebonden. Dat was nu niet zooveel bizonders. 't Was een nest van het vorige jaar, en de duikernesten zijn zoo gebouwd, dat ze op het water kunnen drijven; dus gebeurt het vaak, dat ze wegdrijven op het meer. Maar Jarro bleef toch staan, en keek naar het nest.