United States or South Sudan ? Vote for the TOP Country of the Week !


De wind joeg de sneeuw binnen. De koude, welke de zon van den vorigen dag, van Maria-lichtmis, had beloofd, was inderdaad gekomen. De vader sloeg zijn blik in 't rond, als wilde hij zich overtuigen, dat hij niets vergeten had. Hij nam een oude schop, en strooide asch op de bevochtigde spaanders aan den haard, om ze geheel te verbergen.

Zoo hij, die zich "de Zwarte Ridder" noemt, inderdaad aanspraak heeft op de eer der ridderschap, dan moet hij weten, dat hij onteerd wordt door zijne tegenwoordige verbintenis, en geen recht heeft om rekenschap te vragen van dappere mannen van edel bloed.

En inderdaad, wel mocht de plotselinge aanblik van het jonge meisje, zooals hij haar daar roerloos en met neergeslagen oogen zag staan, hem treffen.

Het werd beter geacht, niet op het detachement te stooten, dat dezelfde richting naar de Everglades volgde. Ongelukkig ontwaarde men al spoedig, dat dit pogen zeer moeielijk was. Want inderdaad, dat detachement marcheerde niet in rechtlijnige richting.

Hij wist inderdaad niet wat te zeggen. Zijnen oom openlijk in zijne dwaze gepeinzen bestrijden, dit dorst hij niet doen; en geloof in deze zinneloosheid veinzen, dit was tegenstrijdig met de oprechtheid zijns harten. "Gij ziet mij zoo verbaasd aan? Evenals de andere menschen meent gij, dat ik waanzinnig ben, niet waar?" morde de oom. "Och, Willem, ik beschuldig u daarom niet.

Ik werd er zeer vriendelijk door den gouverneur ontvangen, die mij geluk wenschte met het ongedeerd volbrengen van zulk een gevaarlijke reis. En inderdaad, nu eerst begon ik mij rekenschap te geven van de gevaren, die ik had geloopen.

En dit is het wat Jizo inderdaad is, een God uitsluitend van het vrouwelijke hart, en niet een wezen, dat heen en weer geslingerd wordt in de haarkloverijen van in het debat vergrijsde theologen.

Daarna maakten wij eene wandeling door de tuinen, die inderdaad goed onderhouden waren en ons een denkbeeld konden geven van den weelderigen plantengroei dezer streek.

En zoo gij vlijtig bidt voor de arme zielen in hel en vagevuur doe dan ook somwijlen eens een goed woord voor een paar zondaars, wien de duivel hier op aarde het vuur al warm genoeg stookt! Carlotta." Inderdaad, het was weinig geweest maar toch méér dan genoeg; het aanvullen van deze korte schets kon dominee Malthus wel aan zijne verbeelding overlaten.

"Ja, inderdaad," antwoordde hij op onverschilligen toon. "Wie was het?" "Een nieuwe inwoner," zei de oude vrouw. "Hoe heet hij?" "Ik weet niet recht, Dumont of Daumont, of zoo iets." "En wat is die mijnheer Daumont?" De oude vrouw gluurde hem aan met haar kleine bunsing-oogen, en antwoordde: "Een rentenier, evenals gij." Zij zeide dit misschien zonder eenige bedoeling.