United States or Greece ? Vote for the TOP Country of the Week !


Dit onheusche antwoord verdroot den dolenden held in hooge mate; maar toch hield hij zich nog in en vroeg beleefd: "Niettegenstaande dat wensch ik van ieder dezer menschen in het bijzonder de oorzaak van zijn ongeluk te vernemen, en ik hoop en vertrouw, dat gij, heeren, mij daarin niet hinderlijk zult zijn."

Mogt ik mij met die hoop niet geheel te vergeefs gevleid hebben, dan zouden wij nu, in de tweede plaats, dienen over te gaan, tot het onderzoek: II. Wat wij, Leden van dit Genootschap, kunnen en behooren te doen, om ons te kwijten van de taak, die wij vrijwillig hebben op ons genomen, en wier aanvankelijke en gedeeltelijke vervulling althans met reden van ons mag worden verwacht?

SPOEL. Beste heer Mosterdzaad, ik ben met uw lijdzaamheid wel bekend; dat flauwhartige, lompzware ossenvleesch heeft al menigen edelman van uw familie verslonden; ik kan u verzekeren, menigeen van uw geslacht heeft mij al heel wat tranen uit de oogen geperst. Ik hoop nog nadere kennis te maken, beste sinjeur Mosterdzaad.

De vlam verteert de scheppingen van het penseel, de roovers plunderen de schatten: het lied ontkomt aan het verderf en blijft leven. Als het vernederde en ontaarde volk zijne herinneringen en zijn hoop vergeet en het lied laat kwijnen, dan vlucht het naar de bergen en hecht zich aan de puinhoopen, en van daar klinkt zijn stem, verhalende van den ouden tijd.

Onder het slaken van eenen noodkreet, liet Witta zich geknield ten gronde vallen, kroop tot voor Disdir Vos, hief hare handen smeekend tot hem op en riep om genade. Het scheen dat Disdir niet gewillig alle hoop, om Dakerlia nog te overwinnen, verzaakte; want hij hief Witta met eene hand op, en zeide haar: "Arme jonkvrouw, hoe ontstelt u de vrees des doods!

Archiades, die op haar alleen de hoop van zijn geslacht had gevestigd, was mistroostig en vol smart, zooals te begrijpen.

"Een gelukkig Kerstfeest, mijn dochtertjes! Ik ben blij dat jullie dadelijk begonnen bent en hoop, dat je er mee voort zult gaan. Maar ik moet jullie eerst iets vertellen, voordat we gaan zitten. Niet ver van ons huis is een arme vrouw met een pas geboren kindje. Zes kinderen zijn bij elkander in één bed gekropen om niet te bevriezen, want zij hebben geen vuur.

Maar zoo gij mij niet aan het woord laat, zult gij nooit iets naar behooren vernemen. Antwoord mij eerst: wien denkt gij in mij te zien?" "Een vriend, naar ik hoop," zeide ik, eenigszins verwonderd over deze vraag. "Dat spreekt vanzelf; maar, hehalve dat? Gij raadt het niet?"

"Ja Frans! ik wist wel dat ik hier raad en steun zou vinden," sprak het meisje weder: "Mijn eenige hoop was op jou en je goede moeder gevestigd.

Nu ja, en waarom niet? vroeg Siddha, als ze nu eenmaal hier of daar mis hebben of smakeloos zijn, of.... Gij zijt toch, hoop ik, geen twijfelaar? Twijfelaar? Aan wat? Aan het gezag der heilige Veden, bij voorbeeld, of aan....