United States or Eritrea ? Vote for the TOP Country of the Week !


Bedenkt, er is een groote jacht aanstaande; Die lokt een tal Romeinsche schoonen aan; De wand'ling van het woud is uitgestrekt, En biedt u menig onbetreden plek, Voor misdaad en verkrachting als geschapen. Lokt daar dit malsche reetje eenzaam heen, En velt het met geweld zoo niet met woorden. Zoo hebt gij hoop te slagen, anders niet.

Ook in zijn hart werd de hoop weder levend. Hij verzocht den vreemdeling hem te volgen, voerde hem binnen het paleis en verlangde van den opperstafdrager, dat hij hem voor den koning zou brengen. Hij gebood den Griek zoolang aan de deur van 's konings vertrek te wachten. Cambyzes lag, op het oogenblik dat zijn grijze bloedverwant binnentrad, doodsbleek op zijn purperen divan uitgestrekt.

Het geraas van den eenen vallenden toren volgde op dat van den ander; ik gaf alle hoop op om mijn leven te redden; en daar ik het voor schade hield voor een man van mijn beroep, in gezelschap van een Jood uit deze wereld te gaan, nam ik mijne knots ter hand, om hem de hersens in te slaan, maar ik had medelijden met zijn grijze haren, en oordeelde het beter mijn wapen weder neer te leggen en mijne geestelijke kracht te zijner bekeering te gebruiken.

Nu en dan bleef hij stilstaan, als om uit te rusten; maar de hoop om menschen aan te treffen, dreef hem telkens, om van zijn vermoeide voeten nog meer inspanning te vergen.

Toch levert de geschiedenis een aantal voorbeelden van een aanzienlijk en welgewapend getal aanvallers, die zich door een naauwlijks noemenswaardigen hoop verdedigers hebben laten terugslaan.

De drie vrouwen, die achterbleven op het wrak, waren: Fräulein Theile uit Dresden en Frau Wennberg uit Berlijn, beiden behoorende tot een uit Londen terugkeerend Duitsch operagezelschap, en het zestienjarige dienstmeisje van laatstgenoemde, Minna Ripler geheeten. Goddank behoefde niet alle hoop op het behoud dezer drie opgegeven te worden.

Dat ik verschrikkelijk triest was toen mevrouw op d'r sterfbed me nog goejen dag zei en prees dat ik altijd zoo ijvrig en trouw was geweest, waar God me voor loonen zou, dat kan je begrijpen. Zij gaf mij de hand en zei nog ten slotte: "Grietje in den hemel hoop ik je weer te zien, dan zijn we allen gelijk."

Ik wil overigens niet klagen, natuurlijk; het is in elk geval zéér voldoende, en zal, hoop ik, mettertijd grooter worden. Het omheinen van Norland Common, waarmee we nu bezig zijn, verslindt ontzaglijk veel geld. En ik heb in dit laatste halfjaar ook nog een aankoop gedaan East Kingham Farm, je herinnert je die boerderij wel, waar de oude Gibson woonde.

Dit is een vrij land, Mijnheer; de man is mijn, en ik doe met hem wat ik verkies zoo is het." En zoo ontzonk George zijne laatste hoop. Hij zag niets vóór zich, dan een leven van slaafschen arbeid, nog meer verbitterd door alle kleine kwellingen en vernederingen, die de schranderheid van zijnen dwingeland kon uitdenken.

Het was voor ons een hard oogenblik, toen wij onze vriendin moesten afstaan en God weet, misschien voor goed, want zij komen niet meer naar Indië terug. Er is geen kans op weerzien, tenzij het "gelukkigste aller gelukkigste gesternten" ons naar haar land voert! Zou daar hoop op zijn? de tijd, die antwoord geeft op alle levensvragen, zal ook deze vraag eens beantwoorden! Ze zijn ons zoo lief!