United States or Nigeria ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Neen, nu gaan we zeker met ons beiden. Arm kindje! Heeft je dat allemaal zoo gehinderd? Ik ben blij dat ik het weet; Elsje moet nu stil bij Missy blijven en als wij dan later allen samen bij grootmama zijn, ben jij weer heelemaal gezond en sterk, hoop ik. En dan zal langzamerhand alles wel beter gaan." "Bent u heusch niet boos op mij, moedertje?"

Dit objectieve standpunt hoop ik bij de enkele opmerkingen, welke ik over de leer in kwestie nog laat volgen, niet uit het oog te verliezen. Vorm en inhoud dit kan terstond worden toegegeven verhouden zich in de poëzie anders tot elkaar dan b.v. in een wetenschappelijk geschrift.

Terwijl ik met angst in de ziel, des grijsaards woorden als eenen lastigen droom van mij wilde jagen, wachtte de nijdige man op mijn antwoord. Eene vrouw met bleeke wangen sloop zachtjes als eene schaduw voorbij. Tusschen hare kille tranen zweefde een zalige glimlach, zoo zoet en zoo beminnelijk als de hoop zelve. Bloemkransen hingen aan hare fijne vingeren; zwart floers dekte haar.

In plaats van in de Stad te blyven, verkoos zy tans liever naar Fauconberg te gaan, slechts vier mylen van de Plantagie de Hoop af liggende: ik vergezelde haar dadelyk tot aan deeze Plantagie. Ik vond aldaar een ouden slaaf, dien JOANNA my zeide haar grootvader te zyn, en die my zes stuks gevogelte ten geschenke gaf.

Dit lied werd door een ander gevolgd, waarvan het slot was, dat de vogel in de knip zat: en voorts door meer, alle weinig geschikt om de gerustheid van Deodaat te vergrooten. "Een wapeldjepinga!" riepen nu sommigen uit den hoop: "Eilieve! koopman, laat ons eens hooren welk een landsman gij zijt: zeg mij eens na: raed hird reekt rierrene lyre; zonder haperen, hoort gij."

Maar wat beteekent het u te zien, voor hem die u kent? Neen, gij verheft u niet op ijdele schoonheid, maar schittert door innerlijke waarde. Gij stelt de hoop niet te leur van hem, die verlangend zijnen mond ontsluit!

"Komaan!" zeide hij met eene ruwe opgeruimdheid, "wij zullen hier toch niet gaan slapen!" Men zou zich onmogelijk kunnen voorstellen welk een moed en hoop die dappere scherts mij wedergaf. Sedert wij daar met ons beiden tegen den dood worstelden, voelde ik mij wederom een ander mensch worden.

"Nog niet!" was het antwoord; "maar...." "Maar?" vroeg Beukman. "Ik denk morgen in Amsterdam te zijn en hoop den dienst bij te wonen." "Dan wensch ik u van God toe, dat ge dat ongestoord zult kunnen doen, maar ik vrees er voor! Het gemeen wordt daar woelig en van overheidswege wordt niets ter bescherming van Gods kerk gedaan.

Hij vroeg Marcus Antonius, waarom hij toch al zijn hoop vestigde op het zwakke hout, en riep daarbij uit: »Laat Pheniciers en Aegyptenaars te water strijden, maar laat ons het land, waarop wij gewoon zijn te overwinnen of te sterven!" Dat alleen, durf ik zeggen, zou mij te rechter tijd van gevoelen hebben doen veranderen. Doch het werd mij verzwegen.

"Arm stumperdje! hij is uitgeput van den slaap en 't schreeuwen; ik zal hem warm toedekken, en dan Meta's hart gerust gaan stellen," dacht John en sloop naar het bedje, in de hoop, zijn oproerigen erfgenaam slapende te vinden.