United States or Afghanistan ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Ja mijn hartje!" zeide Helding: "keer met mij naar huis: wij zullen wel wat voor u vinden: ik heb nog veelvermogende beschermers, die ons niet in den brand zullen laten: daar is de waardige Heer Huyck ... daar zijn de Heeren Blaek...."

Een staaltje van dergelijke uitbreiding vinden wij in een 14de-eeuwsch dichtwerk over den Grimbergschen oorlog, een strijd tusschen de machtige heeren van Grimbergen en de hertogen van Brabant. De bedoeling van den dichter was natuurlijk: eene verheerlijking van het geslacht van Grimbergen.

Van de andere heeren zou ik het u niet kunnen zeggen; ik zie hen heden avond voor het eerst." "U bent allen Engelschen, niet waar?" vroeg de officier verder. "Deze heer en ik zijn Hollanders," antwoordde Li. "Wij zijn enkele uren geleden hier aangekomen, om de stad te zien. Die andere heeren ken ik niet."

Laat ons het losgeld van den Jood bepalen, daar het luipaard zijn vlekken niet afleggen kan, en hij een Jood blijven wil." "De priester," zei Clement, "is niet half zoo zeker van de bekeering des Joods, sinds hij dien klap om de ooren gekregen heeft." "Loop, schelm, wat praat gij van bekeering? Hoe! hebt gij geene achting voor mij? Zijn allen heeren en geen knechts?

AARON. Welnu, wat mauwt en schreeuwt gij zoo? wat houdt gij Daar zoo omhuld, verborgen in uw armen? VOEDSTER. Wat ik voor 's hemels oogen liefst verborg; De schande der vorstin, de smaad van Rome. Zij is verlost, mijn heeren, ze is verlost. AARON. Van wat? VOEDSTER. Zij kwam in 't kinderbed, bedoel ik. AARON. God geev' haar zoete rust! Wat zond Hij haar? VOEDSTER. Een duivel.

De tijd verliep en geene der ontworpen combinaties werd verwezenlijkt. Eenige dagen na de aftreding van Dr. Kuyper, had koningin Wilhelmina op »Het Loo", na de heeren Van Karnebeek en Pierson, den voorzitter van de Liberale Unie, den heer Goeman Borgesius ontboden.

In een ommezien zwaaiden en draaiden de jonge meisjes met een paar flinke luitenants en andere heeren, die de wals of den "pas de quatre" kenden.

De volwassenen versmaden dezen geringen plas; maar hier hebben wij den kleinen dikken Wulbert met de mooie oogen, die zijn schaatsjes loopt halen, zoodra hij hoort "dat de jonge heeren er op mogen", en zijn nog kleiner broertje meebrengt, dat voor het allereerst begint te scharrelen.

Daarop werd er een uur gedelibereerd, hetwelk hoofdzakelijk daarmee werd doorgebracht dat de president gedurig zei dat hij de zaak aan de heeren overliet, en de heeren gedurig zeiden dat zij de zaak aan den president overlieten.

Mijne heeren de gezworenen, gij zult recht doen enz. enz. Terwijl de advocaat-generaal sprak, luisterde de beschuldigde met open mond en met eene soort van verbazing, met bewondering vermengd. Hij was blijkbaar verwonderd, dat iemand zoo spreken kon.