United States or Lithuania ? Vote for the TOP Country of the Week !


Niet waar, Albertken, zei Snepvangers onthutst. Ja, heel klein vlooien met heel lang haar! Maar, Albertken toch, ge moogt niet beuzelen! Ik zou toch zoo gaarne vlooien hebben, zuchtte Albertken, dat moet zoo plezant zijn. Maar het is niet waar... Ik denk het zoo maar, Grootva, zei de kleine waanwijs, dat is zoo mijn plezier. Snepvangers zette groote oogen op en vond Albertken een wonder kind.

Zoo kwam het, dat ik er geen idee van had, dat de menschen aan het Hof heel jaloersch op elkaar waren, en elkaar altijd een mooie betrekking misgunden. Van zulke kleine menschjes als de Liliputters zijn, had ik dit zeker niet verwacht. Langzamerhand begreep ik echter, dat ik mij op dit punt vergist had.

Ja, ja... wat je bent, wat je eigenlyk bent? Wèl... ik ben juffrouw Krummel, zei 't mensch, maar ze zei 't met wat twyfel, want ze las uit den zegepralenden blik van juffrouw Pieterse, en op de diepzinnig saamgeknepen lippen van Stoffel, dat ze in 't eind wel heel wat anders wezen kon dan juffrouw Krummel.

Wanneer door een hooger officier een order gegeven wordt, is het niet ongewoon dat hij ten antwoord krijgt »heel goed, mijnheer" hetgeen slechts beduidt, dat men hem goed begrepen heeft en ten vlugste gehoorzamen zal. Ik gebruikte dikwijls dat gezegde en zeide ook eens, toen ik een bevel van hem ontvangen had: »Zeer goed mylord."

Het avondeten is gebruikt, zeide zij, het is geheel donker. Heeft mijn zoon geen honger? Neen. Zijt gij ziek? Ik heb slaap. Uwe moeder heeft naar u gevraagd. Waar is zij? In het zomerhuisje op het dak. Juda richtte zich op en zat overeind. Heel goed, breng mij iets te eten. Wat zal ik u brengen? Wat gij wilt, Amrah. Ik en niet ziek; maar het is mij alles onverschillig.

"Toch zullen de moeielijkheden en de scherpe dorens u niet gespaard blijven", zegt zij, "maar geen kind van God komt er zonder smart en pijn. Die nebben wij noodig om sterk te worden, om uitsluitend te leeren vertrouwen op Hèm en op onszelf." Mevrouw Van Kol heeft ons méér gegeven dan zedelijken steun; zij heeft ons iets van haar zelf gegeven, iets heel innigs, dat leeft in haar hart en ziel.

Zelfs als die tooneelmenschen armoede willen voorstellen, is hun voorstelling altyd leugenachtig. Een meisje wier vader bankroet maakte, werkt om de familie te onderhouden. Heel goed. Daar zit ze dan te naaien, te breien of te borduren. Maar tel nu eens de steken die ze doet gedurende het heele bedryf. Ze praat, ze zucht, ze loopt naar 't venster, maar werken doet ze niet.

Eens op een' morgen kwam er plotseling heel vroeg een ruiter, die ons verzocht, voor gewichtige zaken zoo spoedig mogelijk naar Jasnaja te willen komen. Wij lieten oogenblikkelijk inspannen en joegen er heen. Daar aangekomen zagen wij eene formeele overrompeling. Postkoetsen met bellen, tweespannen uit den omtrek, overheidspersonen en bovendien nog gendarmes.

In den modernen tijd is het reizen iets heel anders geworden, dan het was in den nog niet in het teeken der machinale voortbeweging staande periode. Men zou verwachten, dat dit verbazende onderscheid tusschen nu en vroeger de belangstelling voor de in vroeger eeuwen ondernomen reizen wakker zou houden.

Maar slechts een oogenblik, want donna Micaela verbergt het haastig aan donna Elisa's schouder. Donna Elisa en donna Micaela gaan te zamen terug naar de stad. De straat kronkelt zich zoo, dat ze donna Elisa's huis niet kunnen zien, vóórdat zij er heel dicht bij zijn. Als zij het eindelijk in het gezicht krijgen, zien ze dat de winkelramen verlicht zijn.