United States or Bermuda ? Vote for the TOP Country of the Week !


Wanneer dan de aangesprokene, bewogen door desSnoepersellendig uiterlijk, hem een gulden, soms zelfs een rijksdaalder in de hand wilde leggen, weigerde hij dien eerst met een: „Pèrdon! zóó wès ’t niet mijn intentie; ik ben goddènk nog geen bedelèr, mèr èls ik er je genoegen mee doe, wil ik ’t momenteel wel èccepteeren, op conditie dèt ik ’t je, zoodrè ’t me convenieert, in dènk restitueer.

In Engeland zijn de wedrennen niet wat zij in andere landen zijn, een vermaak alleen voor de rijken, die drie of vier paarden tegen elkander laten loopen en zich zelven eens komen vertoonen om dan met elkander weddenschappen om een gulden of wat aan te gaan.

Er staan een boel gestationneerden van avond; ’t is bepaald weer mis; ’k heb vandaag nog geen gulden gemaakt aan fooien! en geen enkele sigaar: ’n kale boel. Ba!” De Bobberd is een roodneuzig, opgezet drankvet-individu, die dezen bijnaam aan zijn lichaamsomvang dankt.

We hebben immers niets meer?" De ongelukkige vrouw kreeg tranen in de oogen. "Dat is waar, Moeder, doch droog uwe tranen, want binnen enkele dagen zal ik u geld genoeg verschaffen, om den winter verder door te komen. Ik ben met vrouw Boon in onderhandeling getreden, om haar winkeltje over te nemen. Voor tweehonderd gulden word ik eigenaar van de geheele zaak, en...."

De hoofden droegen drie gulden in de maand bij, maar de stichtster van de onderneming hoopte, dat de meisjes door haar werk zelf de zaak zouden kunnen bekostigen en dat ze door het arbeiden op bestelling wat zouden kunnen verdienen.

»En zou je 'm dadelijk herkennen, als het toeval je eens met hem samenbracht?" »Zoo zeker als ik me zelven zou herkennen!" »Dan heb je wel eenige kans om den prijs van duizend gulden te winnen!" antwoordde een der omstanders, niet zonder een gevoel van kwalijk verborgen spijt.

Zijne Heilige Majesteit neemt den middelste, die schooner en hooger is dan de andere en waarop een keizerlijke kroon prijkt; koning Philippus neemt den tweede, en de derde is voor eene vrouwe, ongetwijfeld eene koningin. Rechts en links zitten, op gestoffeerde banken, mannen in 't rood gekleed, die om den hals een gulden schaap dragen.

Daarom zeide zij: »voor ik uw wensch vervul, moet ik eerst drie kleedjes hebben: één gulden als de zon, één zilver als de maan, en één glanzend als de sterren.

"Wat, wou jij 't me heeten liegen; heb ik je niet verleden week nog zeventien gulden gegeven, zeventien mooie ronde guldentjes?" Strijkman zucht. "'t Is wel mogelijk, maar 't is alweer op; ik kan toch van den wind niet leven. Bovendien, wat ik doe, doe ik toch allemaal voor jou pleizier...." "Voor mijn plezier?" "Ja, natuurlijk. Denk je, dat ik 't liefhebberijwerk vind zoo'n jongen te...."

Jongens, als ik daar nog aan denk, hoe netjes we dien rijken mijnheer al zijn geld hebben afgestolen, zonder dat hij er iets van gemerkt heeft!" "Honderdduizend gulden!" lachte een derde. "Wat zullen ze op hun' neus gekeken hebben, hij en zijne drie zoons. De jongste, dat moet zoo'n doeniet zijn. Maar 't luie leventje van dat heertje zal nu ook wel uit zijn, nu zijn vader niet rijk meer is!"