United States or Niger ? Vote for the TOP Country of the Week !


En inderdaad, in hare menschlievendheid aanzag zij, volgens het gebod van den goddelijken Jezus, deze zieltogende vrouw als eene echte zuster. Eenen sinaasappel uit hare tasch gehaald hebbende, drukte zij het sap er uit op de blauwe lippen der vrouw, en wreef hare handen met vurigheid in de haren. Zij liet eenen schreeuw van blijdschap, toen zij de oogen der moeder zich ontsluiten zag.

Terwijl ik mij nu gereed maak, dit laatste Geertje-artikel te schrijven, weet ik mij weer vol van weifelend dralen. Want er zijn boeken, die ons zijn als een huis vol van herinneringen, vol van ons zelf. En zoo voel ook ik mij nu als iemand, die een hem lang vertrouwd en lief geworden huis verlaten gaat. Dat, wat het zijne is, maar toch ook en hoe diep voelt hij dit! van het huis, waarin het zóó lang zijn mijmerend leven leefde, waarmee het één was geworden, is nu bijeen gehaald uit alle kamers en hoeken, en tot den uittocht bereid. Hij-zelf staat vol weemoed stil: zóó als het licht door die ramen viel en tot iets eigens in zijn tintenschakeeringen en schaduwverdonkeringen, van het oude huis èn van hem werd, zal hij 't nooit meer zien; het leven, wat hij hier heeft doorleefd, is voor goed voorbij.... Schimmen van menschen en verre herluidingen als echo's van lang verklonken geween en gelach verbergen zich nu in dit huis voor eeuwig en voor goed in vergetelheid, vóór de vréémde komt.... Ze herklonken en leefden nog in een heel teer leven en onwezenlijk schemerbestaan, zoolang hij hier was, om ze te zien en te hooren. Zij herleefden op zijn zwijgend en nauw-bewust-willend gebod.... De vreemde, die na hem komt, zal hen niet hooren en zien.... Het mooie huis, het zal ook om dien staan, en diens leven zal erin lachen en weenen.... Van het verstorven gelach en geween zal hij niets voelen.... En de heengaande [p.352] man voelt zich onrustig en gejaagd: zou hij niets van het zijne hebben vergeten? Maar plots glimlacht hij weemoedig en knikt, in begrijpen, tot zich-zelf: ach, niet de twijfel, of hij iets van het zijne heeft vergeten, maakt hem zoo onrustig, maar de zekerheid, dat hij moet achterlaten, wat hij nooit vergeten zal, die maakt hem onrustig!... Want er zijn dingen, die men niet meenemen k

BOENDALE heeft ook wel eens van dien eerbied voor de vrouwen gehoord. De "edelhede", zegt hij in zijn Teesteye, gebiedt dat men over vrouwen en jonkvrouwen slechts hoofsche dingen spreke. Maar zich zelven acht hij blijkbaar aan dat gebod niet gebonden.

Om zijn gebod beter na te komen bracht Gunlod de drie vaten in den hollen berg, waar zij de wacht over ze hield met de meest angstvallige nauwgezetheid, en zij vermoedde niet dat Odin de plaats had ontdekt waar zij verborgen waren, dank de scherpe oogen van zijn altijd waakzame raven Hugin en Munin. Het zoeken van den drank.

Integendeel, niemand is door Hem op een hooger sport geplaatst, om wie vlak onder hem staat, neer te drukken; maar omgekeerd, juist met het gebod der liefde, om hem, zooveel het kan, naar zich op te trekken. Niemand is, omdat hij hooger staat, een zier meer of beter of van hooger waardij in zichzelven. Niemand heeft zich te verheffen.

Evenzoo koos God voor u uw kinderen, en schonk Hij allerminst aan u het recht en de macht, om te bepalen, wie en hoe uw kinderen zijn zouden. En van deze, niet door u gekozenen, maar door Hem voor u alzoo geboren kinderen, eischt Hij in zijn heilig gebod, dat ze u de voorwerpen van uw ouderlijke liefde zullen zijn. Zoo ook koos niemand zijn broeders en zusters, maar ontving ze van God den Heere.

Natuurlijk, dan schoof ook voor u dit gebod uit het Werkverbond in het Genadeverbond over. Alle verdienstelijkheid ging ook van dit gebod voor u af, en nooit beelddet ge u in, dat ge, door dit gebod, zoo goed zoo kwaad het ging, te onderhouden, alsnog iets, hoe gering ook, aan uw zaligheid kondt toebrengen.

De lijfwachten die nog in de zaal waren, wilden dit gebod volbrengen, en reeds was de Hopman tot bij Mijnheer De Valois genaderd; maar de Koning, die zijn broeder ten hoogste beminde, kon dit niet dulden. "Wie Mijnheer De Valois aanraakt, zal heden nog sterven!" riep hij. Op die bedreiging bleven de wachten beweegloos staan.

Maar de dochter antwoordde niets en dacht slechts in haar hart, dat men op godsdienstig gebied van geen overdrijving kon spreken; want hoe kon van overdrijving sprake zijn tegenover een gebod, dat beveelt: als iemand u op de rechterwang slaat, keer hem ook de linker toe, en als iemand u den rok ontneemt, laat hem ook den mantel?

Alles is vergankelijk, maar de kerkelijke ban...een dienstknecht van Jezus Christus...te hoonen... zoo iets kan alleen de Paus vergeven!" "God zal 't wel vergeven, want 't is zijn gebod vader en moeder te eeren. God zal hem niet in den ban doen! En ik zeg u: als dat jongmensch in mijn huis komt, dan ontvang ik hem en spreek ik met hem.