United States or Morocco ? Vote for the TOP Country of the Week !


Otto gevoelde geen sympathie voor Vincent, ofschoon hij met dezen nooit de minste onaangenaamheid gehad had; in zijn eigen degelijk, kalm, mannelijk karakter, waarvan het gezonde evenwicht zich nooit verbrak, in zijn hartelijke flinkheid kon hij geen vriendschap koesteren voor iemand, die zich, naar zijn meening, geheel en al beheerschen liet door een ziekelijke nervoziteit, zonder ooit eenige geestkracht in te spannen, om er zich boven te verheffen.

De gouverneur dacht bij zichzelf, dat voor dit alles aan Jack meer dank toekwam dan aan diens vader, maar hij was verstandig genoeg om daarover te zwijgen. "'t Is waar," zei de goeverneur, "de hulp van den ouden heer Rustig mag niet voorbijgezien worden, maar het meest hebt ge toch aan uw eigen flinkheid te danken." Twintigste hoofdstuk. Jack ontvangt een brief van zijn vader.

O, Femke, je dacht er dus aan, dat ik je zou komen opzoeken? Ja, zei 't meisje aarzelend maar toch met 'n flinkheid die Wouter verrukte. Ja, ik dacht wel dat ik je weer zou zien. En ik heb 'n mis laten lezen voor je beterschap. Heusch? vroeg Wouter die ter-nauwernood wist wat dit beduidde. Heb je dat heusch voor me gedaan? Ja, en zelf gebeden ook!

Zij had drie kinderen gehad; haar jongste, een meisje, was gestorven. Van haar beide zonen beminde zij Henk het meest, die forsch en groot haar uiterlijk het meest aan zijn vader liet denken, terwijl zijn soezige goedmoedigheid, in haar oogen, meer naar de ronde, oprechte flinkheid van dezen zweemden, dan Pauls fijner bezenuwde wispelturigheid en vleugellooze genialiteit.

Moedig en ferm als zij al was, gebruikte ze voortaan haar flinkheid om zwakken bij te staan en te versterken, in plaats van zich, zooals vroeger, op haar kracht te beroemen en den spot met de zwakheden van anderen te drijven.

Bij alles wat het doet en leert, wordt hem ingeprent dat het dient tot zijn eigen bestwil, want dit kan het begrijpen; zoo leert Emile het deel der deugd uitoefenen dat betrekking heeft op zijn eigen ik: vlijt, matigheid, geduld, flinkheid, zelfbeheersching. Dit is het tijdvak bestemd voor de studie van het praktische leven en der natuurkunde. Rousseau verwerpt de z.n.

Vriendelijk verweet ik haar hare wreedheid; doch zij antwoordde mij met eene flinkheid en verstandigheid, die ik in haar moest bewonderen, dat zij slechts één raadgever had, en dat was haar vader, en dat zij tot haar huwelijk toe nooit naar een ander zou luisteren; dat zij op zijn advies het trouwen had uitgesteld. »En daar wij nog geen van beiden heel erg oud zijn," vervolgde zij, »vertrouw ik, dat wij elkaar zullen weerzien."

Elken middag, precies om twaalf uur, verwisselde hij de plaat op de registerwals, en dat was lang niet altijd een genoegen. Als men bedenkt, dat hij zich bij 60 graden Celsius onder nul door wind en sneeuwstorm en vaak door meterhooge sneeuw een weg moest banen, dan zal men begrijpen, hoeveel flinkheid en plichtgevoel iemand moest hebben, om die taak zoo trouw te vervullen.

Fogg stond bij die woorden eveneens op. Het was of er een ongewone glans in zijn oogen flikkerde en of zijne lippen beefden. Aouda zag hem aan. De oprechtheid, de flinkheid en de zachtheid van dien schoonen blik eener edele vrouw, die alles waagt om hem te redden, aan wien zij alles verschuldigd is, verbaasde hem eerst en ontroerde hem daarna zeer.

Maar ondanks onze pogingen en trots de flinkheid van onze paarden is het donker, als we tegen acht uur eindelijk te Andritsena aankomen. Panayotti wacht ons, om ons naar het gastvrije huis te geleiden van een notabele uit het stadje, waar we hopen degelijk te kunnen uitrusten van de vermoeienis der beide zware dagen.