United States or Germany ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hij twijfelde ook wel 's even of 't toch niet verliefdheid was, of 't niet passie zou kunnen worden wat hij voelde voor haar, maar dan stelde zijn geest dadelijk naast haar gestalte die van Mimi en die van Saartje vroeger en van veel vrouwen uit zijn verbeelding of uit boeken, en dan werd zijn inwendige glimlach weemoediger en voelde hij iets van medelijden voor haar.... Ook herinnerde hij zich dat hij vroeger, als hij erg verliefd was, altijd onrustig, ongedurig was geweest, met plotseling opkomende drift, met gejaagdheid, dan in-eens dol uitgelaten vreugd en dan weer stil dwepen.

Men heeft dikke en vette kerels noodig, die zooveel mogelijk stoutmoedigheid doch zoo weinig mogelijk verstand bezitten. Niemand zal toch liever een soldaat als Demosthenes willen, die op Archilochus' voetspoor den vijand nauwelijks in 't oog kreeg, of hij wierp zijn schild weg en vluchtte, waardoor hij bewees, dat hij een even laf soldaat als een knap redenaar was.

Intusschen moet ik niet vergeten u verlof te vragen, om morgenochtend, te Naarden, even aan de herberg te vernemen, of de postwagen aangekomen is, waarmede ik mijn reisbagage verwacht. Het zal een gering oponthoud zijn en u, hoop ik, geen hinder veroorzaken." "In het minste niet," zeide Amelia: "wij zullen dan maar wat vroeger van hier gaan."

Deze meening is echter even onjuist als de voorstelling, dat ongelukken bij de spoorwegdienst tot de zeer gewone gebeurtenissen behooren.

De Indianen en de Gauchos zijn hartstochtelijke liefhebbers van de jacht op dit dier; hoofdzakelijk vervolgen zij het om zijn vel, dat voor het vervaardigen van even fraaie als zachte vloerkleeden en dekens dient. De bovendeelen hebben een eigenaardige, bruinachtig grijze kleur, fijn wit gesprenkeld, de zijden en de buitenste oppervlakte van de pooten zijn licht kaneelbruin, de onderdeelen wit.

"Als het weer gestadig wordt, en ik weer even sterk ben als vroeger," zei ze, "dan gaan we samen elken dag lange wandelingen doen.

Bodé heeft touwen meegebracht om haar te binden, als het moet; dat zij niet kan janken is voor ons van groot voordeel. Geen prop noodig, men knoopt haar eenvoudig even aan den beddestijl op en zij is onschadelijk gemaakt."

Men weekt evenveel wittebrood, zonder korsten, in vleeschnat, drukt het wat uit, en roert het door het vleesch met notemuskaat, zout, nagelen, en eene uije, die in boter gebraden, en daarna door eene zeef is gewreven. Men stopt dit mengsel niet al te vast in de darmen, en deze worst eet men versch, even in boter opgebakken. Zwoordworst.

Geërgerd trad hij binnen, vloeken op de lippen het ruige, diep-doorgroefde weer-bruine gelaat, vertrokken; onder de norsch-bijeenplooiende stoppelige wenkbrauwen flikkerden kwaadaardig de staal-grijze oogen, anders klein en waterig ... Met een smak smeet Geerten de kamerdeur open. In 't vertrek hing een stinkende rookwalm. De lamp smookte fel, alles hullend in een halve duisternis, waarin de schrale manke meubels schenen weg te kruipen ... Uit de alkoof aan de andere zijde der kamer, steeg zacht een ronken ... Geerten bleef sprakeloos ... Met een zwaren bons plofte zijn dicht-gebalde knokkelvuist op de krakerige tafel neer, doende rinkelen de vuile besmeerde borden en tassen, achteloos bijeen-geschoven. Het snorken hield een oogenblik op, ging over in fel-blazen. Haastig draaide Geert de lamp omlaag, liep dan op de bedstêe toe, nam zijn slapende vrouw heftig bij den arm, schudde nijdig. Heur jeneveradem sloeg hem tegen ... Met een wilden ruk, sleurde hij ze 't bed uit ... "Allez, zatte teef! Allez-hop!!" ... Zich de rood-beloopen, vies-ontstoken oogen wrijvend, stond Trees overeind, geeuwde lang met wijd-opengespalkten mond en traag-strekkende armen bij 't kraken der gewrichten, deed dan met sleep-zware voeten een loomen stap naar de tafel ... sprakeloos. Ze wankelde nog even, bewoog moeielijk de dikke tong, wilde de flesch, waarin kristallig-klaarde den verlokkenden drank, grijpen ... Met weerlicht-plotsen greep trok Geerten ze uit heur handen, zette ze op tafel ... Dan, ten einde geduld, inwendig ziedend, langde hij een blikken schaal van de kast, vulde ze rap met water en kletste dit Trees in 't koddig-grijnzende gezicht ... Dit hielp, als altijd ... het deed Geerten stuiplachen en bracht zijn kwade luim tot bedaren: "En, nu vooruit met den bik!" Traag sleffend over de gespleten, vuile roode tegels, haalde Trees een haring uit de kast, zette hem op tafel naast een kom koûwe koffie ... "Eerst mijnen mond wat spoelen," zei Geerten, zette de jeneverflesch aan den mond, liet den drank wat heen en weer klokken tusschen zijn bolle kaken, slokte dan smakkend door ... "Geef mijnen boek! Pruttige!" Nog langzamer, als met looden schoenen, sloefte Trees door de kamer, naar de deur, waarboven op een plankje smerige drie-cent afleveringen van bloederige liefde-romans in 't opgehoopte stof, gestapeld lagen, nam een lijvig deel er-af en reikte het haren man over ... Den velligen haring in de gekromde dikke vingers, nu en dan met de vuil-gele nagels een graatje van tusschen zijn tanden verwijderend, zat hij gretig-peuzelend te lezen hoe de jonge graaf van Salverda de jeugdige dienstmaagd door mooie beloften en suikerzoete liflafferijen verleidde, in het eeuwenoude kasteel zijner voorvaderen, juist den avond van den dag, waarop hij zich met de prachtige bruinoogige Don

Later, toen de naam "Hertogdom Saksen" reeds verdwenen was, bestond er nog geruimen tijd een groot "Hertogdom Westfalen," evenals na de verdeeling van het Duitsche rijk in kreitsen, een even groote "Westfaalsche kreits."