United States or Bahamas ? Vote for the TOP Country of the Week !


In zijne holen beweegt hij zich, naar men zegt, met de vlugheid van een Mol. Bij 't eten zit hij dikwijls op de achterpooten en gebruikt de voorste op de wijze van den Eekhoorn. Om te slapen, rolt hij zich ineen en houdt den kop tusschen de voorpooten tegen den borst gedrukt.

De zuigeling wordt bijna dadelijk aan het eten van popoi gewend, ten gevolge waarvan het kind op zeer jeugdigen leeftijd gespeend kan worden. Ik geloof niet dat de kinderen ergens ter wereld gelukkiger zijn dan op de Markiezen-eilanden: zij mogen letterlijk alles doen wat zij willen; men hoort ze dan ook zeer zelden schreien.

De vrouw antwoordde: »ik heb alleen maar kaas en brood.« »Wat mij betreft, dan maar kaas en broodzei de man, »als 't maar eten isen hij riep naar het boerke: »kom, eet nog maar eens meeDat liet boerke zich geen tweemaal zeggen, en hij stond op en at mee. »Wat heb je daar bij je in de huidvroeg de molenaar. »O,« zei boerke, »daar heb ik een waarzegger in.« »Kan hij mij ook waarzeggenvroeg de molenaar. »Waarom nietzei het boerke, »maar hij zegt maar vier dingen, en het vijfde houdt hij voor zichDe molenaar was nieuwsgierig, en zei: »laat hem eens waarzeggen

Hij besloot maar te berusten in het onvermijdelijke, liet zich gewillig bepreeken, knikte moedig de les toe waaruit hij geen ander nut zou trekken dan dat hij zich bereid voelde zelfs tot den dood. Pater Hilarius, nadat hij uitgesproken had, zei: "Gij zijt dweilnat, dunkt me. Ge moet eten en u verwarmen. Volg me."

Pallieter dronk het laatste eten in de maag, en riep armenzwaaiend, terwijl Charlot met neergeslagen oogen een vaderonsken bad: "O Heer, mijn billen worden licht als strooi en omhoogwillend lijk sprinkhanen. Het is, o Heer, alsof Gij in mijn buik een orgeltje hebt geplaatst!"

Na dien tijd werden Caesar en hij goede vrienden, en Jarro lag elken dag verscheidene uren te slapen tusschen Caesars pooten. Nog meer dan van Caesar, hield Jarro van de huismoeder. Voor haar was hij heelemaal niet bang, maar hij streek met den kop langs haar hand, als zij hem eten kwam brengen.

"Blijf van hem af! Hij hoort van de jongen!" riep ze. "Ze hebben den heelen avond zoo'n pret met hem gehad, dat ze hem niet op wilden eten, maar hem voor morgen bewaren." Maar de beer duwde haar op zij. "Bemoei je nu niet met dingen, die je niet begrijpt," schreeuwde hij. "Merk je nu niet, dat hij een uur in den wind naar een mensch ruikt?

Het zijn geen Zulu's die naderen, maar Piet Uijs met zijn kommando die ons te hulp snelt." »Neef Karel," zei van Staden, »daar is mijn hoed. Ik behoef die volgens belofte niet meer te eten, en zal jou dus in de gelegenheid stellen dit wonderwerk te doen.

Den heelen dag had zij iets te doen, dan hier, dan daar in de kamer. Zij had den tweeden dag al haar borduur-en teekenwerk van boven gehaald en in een klein hoekje bij het venster gelegd. Alleen om de atmosfeer niet te benauwen, ging zij beneden in de achterkamer, driemaal per dag, even heel gauw eten.

Toen de halve noen al voorbij was, stond de student uit zijn siësta op, dacht aan de donna en ging naar den toren terug om te kijken, hoe het met haar gesteld was en zond zijn knecht, die nog nuchter was, weg om te gaan eten.