United States or Qatar ? Vote for the TOP Country of the Week !


Gelukkig vond ik, toen ik bij hem kwam, reeds een ander daar, die ook de wijk in zijn hut genomen had, namelijk den straks reeds genoemden Duitscher, die Engel heette. Doch ik zal het maar een beetje kort maken: wij besloten dat wij met ons drieën den ganschen winter maar bij elkander zouden blijven. Voor hongerlijden behoefden wij niet bang te zijn: er was wild in overvloed.

In Haspengouw vertoefden Engel en zijne reisgenooten eenige uren op de villa van eenen graaf, waar hun een groot gastmaal werd aangeboden. Niet ver vandaar bezochten de reizigers een landgoed van den keizer en bewonderden het vernuft van den grooten man die, wat veeteelt en tuinbouw betreft, met groote kennis van zaken handelde.

"Je krijgt geen cent meer." "Och, geloof je dat waarachtig? Kom, kom! hou je maar zoo niet; ik weet het wel anders, m'n engel." "Ik ben niet bang meer voor jou dreigementen, versta je?" "Heel goed, des te beter voor jou, Strijkkie! Maar laten we nu eens verstandig met mekaar praten. Je wilt graag van me af, ?" "Dat is te zeggen..." De oude man gaat weer zitten.

Zoo bereikte ik den ouderdom van achttien jaar, ik dacht nooit meer aan den engel, dan op die zeldzame oogenblikken, wanneer de ziel als het ware terugkeert in het leven, en wij droomend ons verleden zich als een tooverdoek voor onze oogen zien ontrollen. Het is omtrent dien tijd, dat ik klerk werd bij mijnen eersten meester.

"Wie zegt u, dat ik niet te huis zou blijven, ten minste in de week, indien hier alles niet walgelijk was als in eenen stal, en ik er slechts een vriendelijk gezicht mocht vinden; maar gij, met uwe barschheid en met uwe zorgeloosheid, zoudt een engel de deur uitjagen."

Hij hield de oogen gesloten, terwijl hem steunden zijn vrienden. Hij scheen uitgeput van de pijnen, geleden die nacht in de onzalige Kar. Toen hij de oogen opende, zag hij, tusschen tal van baroenen en vrouwen o hoe heur aller schoothondjes kef-kef-keften omrond eene jonkvrouw... Zoo blond, zoo blank, zoo goud van haar, zoo wit van kleed, dat zij een engel scheen...

De schoone engel nam mij bij de hand en zeide: "Sta op en wees getroost. God heeft uw gebed verhoord; binnen drie dagen zult gij uwen vrijgesproken zoon in de armen drukken." Ik liet eenen schreeuw van blijdschap en schoot wakker.... Welnu, Sander, meent gij nog met uwe moeder, dat dit gelukkig nachtgezicht niets was dan eene ijdele begoocheling mijner ontstelde zinnen?

Deze knaap hier speelt voor dood, die voor engel, die voor soldaat, die voor keizer en ik zelf voor duivel. Zoo is het gelegen met het geval, en als gij nog meer wilt weten, vraag dan maar vrij; daar een duivel alles moet weten, kan ik u wis voldoend bescheid geven." "Neen, neen, ik weet al genoeg," sprak Don Quichot.

In den droom ziet zij een engel, die over haar sponde zweeft; zacht glanzen zijn vleugels, kalm en rustig is zijn aangezicht. In 't schitterend witte kleed, omstraald door zacht en liefelijk licht, nadert hij en raakt met zijn vingers haar voorhoofd aan. Met zijn vleugelen overschaduwt hij haar lichaam, en eensklaps is alle pijn en angst geweken.

Wijn stroomde in plaats van water en op hetzelfde oogenblik werden op de oevers van het stroompje verscheidene tonnen zichtbaar en er verschenen mannen, die ze met wijn vulden; in een woord: er was een heel dorp ontstaan. Daarna wendde de engel zich weer tot den jongeman en zei: "Hier is wat gij verlangdet, vaarwel!" En hij vervolgde zijn reis met de anderen.