United States or Nicaragua ? Vote for the TOP Country of the Week !


De zaden kiemen niet gemakkelijk en de voortkweeking der bonte soorten gaat ook veel beter door veredeling op de gewone groene Hulst. De Ilex-soorten verlangen een goede, zware aarde en gedurende den zomer een eenigszins beschaduwde plaats buiten. De Laurier vormt in haar Zuid-Europeesch vaderland lang niet zoo'n mooien heester als men zich in de noordelijke streken wel voorstelt.

Achttien zomers lachen u aan uit haar groote, donkere oogen, die, door fijn gebogen wenkbrauwen overschaduwd, eenigszins vreemd afsteken bij den overvloed van aschblond haar, dat zich noode in de sierlijk gewonden wrong laat bedwingen.

"Maak je maar niet ongerust, ik zal zoo deftig zijn als een boonestaak en geen dommigheden begaan, als ik het maar eenigszins laten kan. Ga jij nu het antwoord maar schrijven en laat mij alstjeblieft mijn boek uitlezen."

Het werd juist omstreeks den tijd, waarop Shakespeare te Londen aankwam, gespeeld en kan ter vergelijking met diens eerstelingen strekken; dit moge de eenigszins uitvoerige bespreking rechtvaardigen. Hierna krijgt Bajazet, die de neep des hongers niet kan weerstaan, wat te eten.

Alleen de schepping van Stoffel staat eenigszins in verband met herinneringen aan een niet zeer beminden broeder en Leentje is historisch.

Zij huppelen met groote sprongen over den bodem en gaan af en toe op een boomstomp of een struik zitten; alleen wanneer zij zich vervolgd zien, vliegen zij over een eenigszins grooteren afstand in rechte richting voort. Een werkelijk gezang brengen de Indische soorten, naar het schijnt, niet voort.

Ik groet u, Mijneheeren! en u ook, Pater! gij hebt mij waarschijnlijk geen bevelen te geven?" vroeg zij, dezen laatste met een trotschen, eenigszins verachtelijken blik aanziende.

De overigen, die een kring om de belanghebbende partijen gemaakt hadden, zagen vreemd op over Joans plotseling zwijgen, en nog meer, toen deze naar Mom toestapte en met een eenigszins verzachte stem, doch op vasten toon, hem de volgende vraag deed, welke, schoon op haar zelve zeer eenvoudig, in de omstandigheden van den Ambtman vrij geschikt was om hem van zijn stuk te brengen: "heb ik gisteravond niet de eer gehad UEd. te zien?"

Op vele plaatsen schiet ook de volhardende vlijt en onvermoeide inspanning des menschen te kort, om aan de dunne zandlaag een eenigszins dragelijken oogst te ontwoekeren.

In de allerlaatste jaren is dit eenigszins tot stilstand gekomen. Volgens sommigen is dit echter nog niet lang genoeg; naar hunne meening is elke verlenging als eene verbetering te beschouwen. In beginsel zou men wellicht nog verder willen gaan. Naar mijne meening is echter een termijn van vijftig jaar na den dood des auteurs ruimschoots voldoende.