United States or Belize ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hy was reeds voortgevlogen tot aan 't einde van den weg waar het dorp ophoudt, en als dolzinnig keerde hy terug, en sloeg zich voor 't hoofd omdat hy háár huis had kunnen voorbygaan zonder het te zien. Maar weer was hy aan den ingang, en myn God, was 't een droom? weer had hy Adinda's huis niet gevonden!

Het district Sarhad deed zich het eerst aan ons voor van een pas, van waar het ons voorkwam, niets dan kale bergen te bezitten, zonder eenig dorp, zelfs zonder een tent van nomaden. Toch vonden wij er het fort Kïvasj met een garnizoen van ongeveer 450 soldaten, infanterie en cavalerie. Met enkele zwarte tenten was dat fort de hoofdstad van het district. Landbouw werd er niet beoefend.

In den tijd, toen Willebrord hier een afgodsbeeld zou verbrijzeld hebben, was het dorp reeds welbevolkt en in 1233 had de plaats beperkte stadsrechten en werd zij een smalstad. In den grafelijken tijd had zij levendige scheepvaart en visscherij. Doch de zee, die dezen onverdedigden zandhoek meer en meer aantastte, noodzaakte de bevolking in 1470 de kerk verder landwaarts te zetten.

Wij doorwaden den stroom, en bevinden ons nu te midden van een weelderig landschap, een groot park, vol bosschages en tuinen, waartusschen een aantal dorpjes verscholen liggen. Nog een steilen rotsachtigen heuvel, den laatsten, bestegen, en aan onze voeten ligt het dorp Oedsjidsji, aan den oever van het meer. "Ontplooi de vlag, en laadt uwe geweren! Een, twee, drie!"

De Nieuwe Kerk. De koninklijke grafkelders. Het praalgraf van Prins Willem I. Opschrift op het praalgraf. Andere gedenkteekens. Hugo de Groot. Standbeeld van De Groot. Rondblik van den toren. Het Stadhuis van Delft. Fundatie van Renswoude. Delft als fabriekstad. Plateelfabrikatie. Het Agnetapark en de heer Van Marken. Klooster Sion Delfgauw en Pijnakker. Abtswoude. Een dichterlijk dorp. Overschie.

Om te beletten, dat hy de besmetting aan het volk niet zoude mededeelen, gaf men bevel om hem aan land te zetten; en hem in de pinas hebbende doen gaan, geleidde ik hem zelf naar een dorp, genaamt de Helder, gelegen aan de zeekust, alwaar ik hem agter liet.

Inplaats van de groote stad »Quin-sai«, waar alles van goud, zilver, diamanten en parelen moest blinken, hadden ze een dorp gevonden van hoogstens vijftig ellendige hutten. De bewoners, ten getale van ongeveer duizend zielen, liepen ook bijna geheel naakt, en de Koning van het land was een alledaagsch man, zonder eenige uiterlijke teekenen van zijne hooge waardigheid.

Ik liep het dorp door, om te zien waar de gunstigste gelegenheid was voor eene voorstelling en ook om de gezichten der menschen gade te slaan, teneinde daaruit te ontdekken of ze ons al of niet gezind zouden wezen.

De boer echter, 't zij uit misverstand, 't zij met opzet, wees hun den weg aan door de Baartwyksche steeg op het dorp Doeveren, waar mede een schans lag, toen geslecht, en zoo tot Heesbeen. Hier gekomen, zonden zy twee trompetters naar de stad, die, voor de Wijksche poort gekomen, Heusden in naam des Konings opeischten.

Alleen klinkers gingen er ongeveer voor de helft doorheen. Zij vermaakten zich nu met glijbanen te maken en daar in lange risten overheen te glijden. De grond werd hier en daar spiegelglad. Opeens bedachten zij, dat het nu prachtig zou glijden langs de helling buiten het dorp, bij het fort, waar Jan met zijn automobile den veldwachter bij ongeluk van de been gereden had.