United States or Italy ? Vote for the TOP Country of the Week !


De over 't geheel korte beharing verlengt zich op het midden van den rug, en verdwijnt bijna geheel aan het voorste deel van den hals en aan het onderlijf, welke deelen bijna naakt zijn. De donker grijze grondkleur is lichter gesprenkeld. Men zegt, dat zij zonder den 20 cM. langen staart een lengte van 40 cM. bereikt; ik zelf heb echter veel grootere individuën van deze soort gezien.

Door haar lichaamsbouw gelijkt zij op hare naaste verwanten in de Oude Wereld, door den vorm en de beharing van den staart herinnert zij echter ook aan de gewone Muizen. In grootte komt zij ongeveer overeen met de Boschmuis; haar lichaamslengte bedraagt tennaastenbij 8 cM, zonder den 13 cM. langen staart. Het gladde en dichte haarkleed is aan de bovenzijde donker leder-bruin met bruingeel gemengd.

De Kameelachtigen zijn zeer groote Herkauwers met langen hals, langwerpigen kop, een in de flanken ingetrokken romp en een ruige, bijna wollige beharing. Het vaderland van deze dieren is Noord-Afrika, Centraal-Azië en Zuidwest-Amerika. De weinig talrijke soorten der Oude Wereld zijn bijna geheel, die der Nieuwe gedeeltelijk tot huisdieren geworden.

Zij leven in de gangen, welke veldmuizen en andere dieren in den grond graven en eten vele schadelijke insekten, welke in den grond leven. De voorpooten zijn breed, spadevormig, en dienen om gangen door den grond te graven. De oogen zijn klein, tusschen de beharing van den kop nauwelijks zichtbaar. De pels is zacht, schitterend zwart.

De niet bijzonder lange beharing is dicht, grof en los; de tamelijk lange, stijve haren op het midden van hals en rug kunnen opgericht worden; deze "manen" zijn zelfs op een deel van den staart nog merkbaar.

Andere kenmerken van deze dieren zijn: de rondachtige kop, met kort, plat aangezicht, kleine oogen en groote, dikwijls in een haarkwast eindigende ooren, de slanke romp, de korte ledematen; de staart is lang en ruig, de beharing zijdeachtig zacht.

De lengte van het lichaam bedraagt 65, die van den staart 25, de schouderhoogte 35 cM. Behalve bij dezen op een Windhond gelijkenden vorm, treft men het ontbreken van de beharing ook nog wel bij andere rassen van Honden aan; alle zijn afschuwelijke beesten; niet zelden hebben zij een verkleurd bosje haar midden op den kop.

Deze is veel kleiner dan zijn in noordelijker gewesten wonende neef; want zijn lichaamslengte bedraagt hoogstens 1 M. Door de kortheid van de beharing, de betrekkelijk zeer groote bakkebaarden en de lange haarkwastjes aan de ooren, en ook door de zeer verschillende, meer samengestelde teekening onderscheidt hij zich.

Dit geldt niet alleen van de kleur, maar ook van den vorm van het dier, van de rechtopstaande, spitse ooren, de beharing enz. Reeds Olivier vestigde er de aandacht op, dat de Honden in de omstreken van Konstantinopel op Jakhalzen gelijken.

De fijne en gladde beharing, die in den regel dicht aanligt, verkrijgt bij enkele rassen een grootere lengte, en verschilt dan ook meestal door haar kleur van die der overige rassen, waar zij fraai roodachtig geel is. Een andere kleur dan deze treft men bij de uitnemendste Windhonden, n.l. bij die van Perzië en van Centraal-Afrika, nagenoeg niet aan.