United States or Ireland ? Vote for the TOP Country of the Week !


Dat JAN VAN LEEUWEN was zooals hij was, moet zeker goeddeels worden toegeschreven aan den invloed van zijn prior, van den man dien hij vereerde meer dan een heilige, die voor hem was "een seraphin in hemelrike, den hoechsten enghelen ghelike", die zijne "edele gloriose leringhe al eertrike dore ghesaeit ende ghespraeit" had van JOHANNES RUYSBROECK, wiens werk hier reeds meer dan eens even zichtbaar is geworden, zooals een kerktoren bij eene nieuwe kromming van den weg.

"Een typische geschiedenis! Wat een zeldzaam exemplaar is die Musette toch! Stel je voor ...." En zij begon te vertellen hoe Musette, na bijna ongenoegen met vicomte Maurice gekregen en zich op weg naar Marcel begeven te hebben, heel toevallig even bij haar opgeloopen was en hier den jongen Séraphin aangetroffen had.

"Maar als ze dol is op Marcel, wat wil ze dan eigenlijk met den kleinen Séraphin, die nog bijna een kind is? Hij heeft nooit een maîtresse gehad," merkte een der aanwezigen op. "Zij wil hem leeren lezen," antwoordde de journalist, die altijd heel "geestig" was, als hij verloren had. "Dat is goed en wel," meende Sidonie. "Waarom gaat ze met Séraphin, als ze van Marcel houdt?

Musette was niet alleen, een jong mensch was met haar; een rijtuig wachtte beneden voor de deur; zij stapten er samen in; het rijtuig reed in grooten vaart weg. De partij lansquenet duurde bij madame Sidonie voort. "Waar is Musette toch?" vroeg plotseling een der spelers. "En de kleine Séraphin?" een tweede. Madame Sidonie begon te lachen. "Die zijn er samen stil vandoor gegaan," zeide zij.