United States or North Korea ? Vote for the TOP Country of the Week !


Toen het zingen had opgehouden, strekte hij de armen uit. "Ik zie dat het volk in rouw is," sprak hij "en smart is zwaarder te dragen voor hen, die nog lang deze aarde zullen betreden, dan voor mij, die spoedig van hier zal gaan." Hij zweeg verschrikt. Zijn stem was te zwak en hij aarzelde in de keus van zijn woorden. Maar spoedig begon hij opnieuw.

Zijn korpsen opgesteld in een haakvorm, met Wagram als centrum, den linkervleugel bij Neusiedel, den rechter- zich in de vlakte uitbreidende over Gerardsdorf naar Stamersdorf, met Aspern en Essling zwak bezet, nam de aartshertog een zeer gunstige positie in, n.l. op het hooge terrein en de heuvels.

En het hoofd buigend, voelde zij dat toch één hulp haar altijd bleef, de hulp van Hem, zonder Wiens hulp de sterkste zwak is en op Zijn hulp bleef zij vertrouwen, met Hem zou ze sterk wezen. Zoo hield zij moed en volhardde, den raad der barones volgend op een wijze, die deze, haars ondanks, zou getroffen hebben, indien zij er getuige van had kunnen zijn. Gemakkelijk was het niet.

Vergelijkt men de zamenstelling der melk bij onderscheidene diersoorten, dan vindt men, zooals van zelf spreekt, nog al eenig verschil. Die der vleeschetende dieren heeft bij het verlaten des uijers eene zwak zure reactie; bij andere dieren is zij nu eens neutraal, reageert dan weder alcalisch of zwak zuur.

In dit plan werd zij verhinderd door de vervroegde komst van den Cæsar. En al had zij den tijd er toe gehad, dan zou zij nu niet in staat zijn geweest, zich zelfs maar het haar in orde te laten brengen, zoo zwak en daarbij koortsachtig opgewonden voelde zij zich. Het bloed joeg met snelheid door hare aderen en hare wangen gloeiden.

De man, die al zijn geloof in eigen kracht had en die volhield dat de wil de eenigste macht was om werelden te verzetten, lag daar vernietigd, zwak als een kind, geheel ontwapend, aan de voeten eener vrouw.

"Onbeduidend dan, als ge dat beter vindt. Ik zou hem nooit kunnen liefhebben als mijn man, omdat ik hem niet achten kan als mijn meerdere, omdat ik mij niet zwak en nietig gevoel tegenover hem. Dat gevoel wil ik hebben tegenover den man, dien ik voor mijn leven moet kiezen. Hij moet mijn steun zijn, ik moet tot hem opzien, ik wil mij klein gevoelen, niet boven, zelfs niet met hem gelijkstaan.

Hij was nog te zwak om vóór het ontbijt op te staan, maar toen hij den volgenden dag in de kamer van de huishoudster kwam, was het eerste wat hij deed, een gretigen blik naar den muur te werpen, in de hoop, weer het gelaat van de mooie vrouw te zullen zien. Doch zijn verwachtingen werden teleurgesteld, want het schilderij was verdwenen.

"Laat mij toch geen ravengekras hooren, Nicht. Dat kan ik niet uitstaan," zeide hij eens. "Ziet gij niet dat het kind maar groeit? Kinderen worden altijd wat zwak, als zij sterk groeien." "Maar zij heeft die kuch toch." "Och, maal niet over die kuch. Die heeft niets te beduiden. Zij zal misschien wat koude gevat hebben."

Kracht en majesteit was er in 's mans gelaat met, zelfs geen hartstocht, en evenmin in zijn gestalte, die tot de zwak apollinische behoorde. Het was de heer Hateling, een jong mensch van goeden huize, die op kamers woonde en aan een der voornaamste kantoren van Rotterdam den handel bestudeerde.