United States or Japan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Dan zullen eenigen uwer dezen bodem verlaten: ik wensch de débarqueerende passagiers verder goede reis en gezondheid en dank hen, evenals al de anderen voor de betoonde welwillendheid en samenwerking, waardoor de harmonie onder de passagiers geen oogenblik is verstoord geworden. Ik moet u verlaten, mijn plicht roept mij op de brug. Dames en heeren, daar ga je!

Ik heb Selim opgedragen om na te denken over hetgeen in deze kon worden gedaan! En de andere Khawassen hadt gij daarmede niet belast! Neen, dat was niet noodig, die hadden toch niets gevonden! Dan moeten uw politiedienaren wel zeer groote domkoppen zijn, als gij reeds vooruit weet dat zij geen succes zullen hebben. De misdaad heeft hier plaats gehad.

Barbicane deed nieuwe waarnemingen om de helling van het projectiel te weten, maar het had zich nog niet genoeg omgewend voor een val het scheen een kromme lijn te beschrijven, die evenwijdig met de maanoppervlakte liep. Deze stand was verontrustend. »Zullen wij er komen?" vroeg Nicholl. »Wij zullen doen alsof wij er moesten komen," was Barbicane's antwoord.

Menschen, die hun hart verharden tegen de meest nuttige liefdadigheid zullen bijdragen voor een orgelfonds en wat niet door inschrijvingen verkregen kan worden, zal door een bazaar met loterij opgebracht worden.

Kweekt men deze planten voorzichtig, dan zorgt men, dat de temperatuur bij zonnig weer een weinig stijgt en daarentegen bij donker weer daalt. Brengt men goed bewortelde Krokussen voor een venster, dan zullen, bij zonnig weer, de bloemen zich reeds na enkele dagen ontplooien. Iedere knol vormt meerdere scheuten en uit iederen scheut ontspruiten weer verscheidene bloemen.

De twee soldaten wisselden een veelbeteekenende blik. "Goed!" riep een van hen uit: "geef ons het geld dan en we zullen je met vrêe laten." "Meneer!" smeekte de ongelukkige vrouw, "mijn kinderen stelen niet, al hebben ze honger. We zijn gewend honger te lijden.

Ons thema, dat zoo beknopt begon in de studeerkamer van den heer Bensington, heeft zich reeds uitgebreid en vertakt, tot het nu dezen, dan genen kant uitwijst en van nu aan zullen de gebeurtenissen in ons verhaal op verschillende plaatsen voorvallen.

"Ik val met mijn neus in de boter," zeide Mimi, terwijl zij een bijna hongerigen blik op de tafel wierp; "ik heb vanmiddag in het geheel niet gegeten," fluisterde zij den schilder in, opdat Rodolphe, die op zijn zakdoek beet, om niet in tranen uit te barsten, het niet zou hooren. "Schuif wat bij, Rodolphe!" zeide Marcel tot zijn vriend; "we zullen met ons drieën soupeeren!"

Thans zien wij haar en Emmeline in de kamer der laatste, bezig met twee pakjes te maken. "Daar, die zullen groot genoeg zijn," zeide Cassy. "Zet nu uw hoed op, en laten wij gaan. Het is nu zoo wat de beste tijd." "Maar zij kunnen ons zien," zeide Emmeline. "Ik wil ook dat wij gezien worden," antwoordde Cassy koelbloedig. "Weet gij niet dat zij ons toch zullen nazetten?

Ik ben toch geen monster niewaar?" "De Hemel beware....!" "Weet je wat me bijvoorbeeld hinderde? 't Was dat ik in presentie van een paar heeren, zoo maar kortaf moest hooren, dat ze geen dans voor me had." "Maar dan zal ze er werkelijk...." "Nee nee m'n vrind, je vrouwtje had er nog wel zes open, omdat ze je beloofde niet veel te zullen dansen.