United States or Western Sahara ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Zijne Hoogheid was zeer over je tevreden," verzekerde de Heer Van Zuijlestein; want mijne lezers zullen wel reeds geraden hebben, dat het niemand anders was dan deze, "en sprak met veel ingenomenheid over je."

"De Prinses Royaal zal wel op u wachten, Willem," antwoordde Zuijlestein. "Indien de oostenwind geen oorzaak is, dat men van het tij heeft geprofiteerd en reeds onder zeil is. Het zou mij eene grief zijn, als ik mijne moeder niet zag. Het kon voor het laatst wezen. Zij is en blijft toch mijne moeder." "Wij zullen dadelijk vertrekken, Willem," hervatte Zuijlestein.

De prinses nam dat aanbod aan en benoemde tot goeverneur over haren zoon Frederik van Nassau, Heer van Zuijlestein, natuurlijken zoon van Prins Frederik Hendrik en te dien tijde kolonel van een regiment voetvolk, welken rang en post hij bij zijne aanstelling behield. Tot zijn leermeester koos zij den Hoogleeraar Borneus.

"En Uwe Edelheid vergeet, dat hare Hoogheid hare rechten als voogdes op de Heeren Staten heeft overgedragen. Gij zult wel vertrekken, mijnheer Van Zuijlestein." "Maar, mijnheer De Witt!" zeide de Prins smeekend. "De Staten zullen mij toch wel niet van al mijne vrienden willen berooven. Ik smeek het u: laat mij slechts Zuijlestein, Boreel en Buat." "Dat is onmogelijk," hernam De Witt.

De Witt steeg uit de karos en werd vervangen door den Heer van Zuijlestein, die naar het Huis ten Bosch zou mederijden. "Niet te doorgronden, een raadsel is die knaap, ook voor mij!" bromde de Raadpensionaris tusschen de tanden. "Intusschen hij is nu reeds in zijn zestiende jaar, en 't zal niet lang meer duren, of hij kan mij gevaarlijk worden. Daar is maar één middel om dat te verhoeden.

De goeverneur neemt den brief en voldoet aan den wensch van den Prins. "Gij ziet het, Zuijlestein. Mijn oom, Zijne Majesteit Karel II van Engeland, heeft de schepen gezonden, om hare Koninklijke Hoogheid mijne moeder af te halen. En zij verlangt, dat ik terstond zal afreizen, om haar vaarwel te zeggen."

"Moeder had mij wel vroeger kunnen schrijven," herneemt Willem Hendrik eenigszins bitter. "De tijding van de aankomst der Engelsche vloot is eerst gisteren laat in 's-Gravenhage gearriveerd," hervat Zuijlestein verschoonend. "Hare Koninklijke Hoogheid kon er u dus niet vroeger van preveniëeren."

"De Heer Van Zuijlestein zal worden vervangen door den Heer Van Gendt, gecommitteerde van Gelderland." "Ik zal mij per request tot de Heeren Staten wenden, om slechts die drie te behouden," hernam de Prins. "'t Zal Uwe Hoogheid weinig baten," hervatte De Witt. "Intusschen, Uwe Hoogheid kan het beproeven. En thans wachten mij mijne bezigheden.

"Ik meen toch dat het dezelfde was, uit wiens handen mijn goeverneur de heer van Zuijlestein je eens heeft verlost." Pieter werd rood als vuur. "Uit zijne handen verlost," dat was eene beleediging voor den Hollandschen knaap. Hij vergat, voor wien hij stond, en zeide op driftigen toon: "Uit zijn handen? Dat is een leugen, Uwe Hoogheid!"

Ik meen genoeg te hebben gezegd, om u belang te doen stellen in het gesprek der beide wandelende personen. Ik herinner u daarbij, dat men den Prins wenschte af te trekken van de Engelsche partij, en moet u tevens mededeelen, dat Zuijlestein in verdenking stond van die partij te ondersteunen.