United States or Lesotho ? Vote for the TOP Country of the Week !


Indien zij zozeer niet van de trouw en de volksliefde der Dekens waren verzekerd geweest, zouden zij die veredeling ongetwijfeld met een toornig oog en als een staatkundige list der Edelen aanzien hebben; zij zouden hebben gezegd: zo ontroven de Leenheren ons de voorstaanders onzer rechten en verleiden onze Dekens door hun gunsten.

De blijdschap, die de Vlamingen gedurende deze dagen vervoerde, is onuitsprekelijk, nu zagen zij dat hun landgenoten zozeer niet verbasterd waren, en dat het Vaderland, op de ganse uitgestrektheid van de Vlaamse bodem, nog moedige mannen teelde: reeds waren er bij de eenentwintigduizend strijdbare krijgers onder de Standaard van de zwarte Leeuw gelegerd, en nog kwamen er onophoudelijk andere kleinere benden bij.

Vrees niet, het leven uws vaders is veilig, en indien uw nieuwe rampen hem zozeer niet hadden getroffen, hij zou zijn opsluiting met geduld verdragen." "Gij brengt mij zo goed nieuws, mijn vriend, uw woorden zinken zo zoet in mijn verkwikte boezem! Ik voel mij bij uw liefderijke glimlach herleven; spreek nog, dat ik de klanken uwer stem in mijn hart moge vergaderen."

Maria, die ouder en ook sterker tegen het lijden dan Machteld was, rees eerst uit de duistere mijmering, en sprak: "Waarom, o mijn Vrouw, zouden wij ons zozeer door leugenachtige dromen laten folteren?

Dit gedacht beneep zijn hart met knellend wee; terwijl spande hij al zijn zielsvermogen in om een ander middel te vinden, dat haar zozeer van hem niet zou verwijderen.

Nu zwegen zij enige ogenblikken, horende als de stappen van mensen in de verte, doch dit gerucht verging welhaast; dan hernam Breydel: "Die boze Wallen hebben mijn oude moeder vermoord. Ik heb het gezien, een vijandlijke degen is door het hart, dat mij zozeer beminde, gegaan.

De Koningin van Navarra kwam met de ganse stoet op een stille tred aangereden, en wendde de ogen met spijtige nieuwsgierigheid naar deze Vrouwen, die zozeer bij het zonnelicht glinsterden. Wanneer zij tot op een zekere afstand genaderd was kwamen de Edelvrouwen statiglijk tot bij haar gereden, en verwelkomden hun nieuwe Vorsten, met veel hoofse spreuken.

Intussen was het getal der strijdende Fransen zozeer verminderd dat in hun slagorde menigvuldige gapingen waren, dit liet de Vlamingen toe hen langs achter en langs voren te bespringen. De gulden ridder, die door zijn eigen gestalte en door de hoogte van zijn paard boven het ganse slagveld zien kon, bemerkte de beweging van Lebrum en verstond zijn inzicht.

Onderwijl was Hugo van Arkel met zijn achthonderd onverschrokken mannen tot in het midden der Fransen geraakt, zozeer was hij aan alle kanten door de vijand omringd, dat het de Vlamingen onmogelijk ware geweest hem nog te zien.

Op het horen dier woorden sprongen twee bronnen uit de ogen des ridders, hij rukte de helm met onstuimigheid van zijn hoofd en dan kon men het smartwater, zo blikkerend over zijn wangen zien rollen. "O mijn welbeminde Machteld," riep hij, "herken mij toch! Ik ben uw vader Robrecht, die gij zo liefhebt, die zozeer om u in zijn gevangenis geweend heeft. O hemel! Gij stoot mij van uw borst....."