United States or Palestine ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Ja," riep de man, "en toen de Prinses daarna in haar droschky voorbijkwam, scheen ze 't zich heelemaal niet aan te trekken dat de Hertog de gevangenis inging." "Niet aantrekken, zeg je?" schreeuwde z'n vrouw. "Ik verzeker je dat ik nooit iemand er zoo blij zag uitzien als zij vanavond. Verbeeld je, dat zoo'n meisje zoo maar 'n grooten kerel als de Hertog in de doos kan stoppen!

"Wat de officieren betreft, die zijn, zooals ge u kunt voorstellen, menschen zonder opvoeding maar dapper, en zij houden over 't algemeen heel veel van Nikolaas. "Alexejeff, zijn chef, is een klein, rossig, goedig mannetje met snor en bakkebaarden en een doordringende stem; hij herinnert even aan A. S. Wolkoff, maar is niet zoo'n huichelaar.

Zoo'n koetsier, en de man die naast hem zat met 'n trompet... och, die menschen waren toch ook eenmaal kinderen geweest! Hoe hadden ze 't toch aangelegd om 't zoo ver te brengen? En hoe of ze 't wel maakten met de roovers? Of zouden die alleen in Italië zyn? Dat zou toch jammer wezen!

Van het bordes van het hotel genoten wij 't gezicht op den altijd rookenden Merapi. Er lag echter 's middags zoo'n vlokkige witte wolk op den top van den vulkaan, als ware de kop met een groote slaapmuts overtrokken, zoodat wij van het al of niet rooken niet veel bespeuren konden.

Men is dan licht geneigd, zijn krachten te overschatten en er bestaat gevaar dat een normale inspanning van de sterke deelen, een overspanning van het minder sterke deel, ten gevolge heeft. Ik doe hierbij het beste om volgens Toepoel zoo'n ongelijkmatig ontwikkeld lichaam te vergelijken met een stalen ketting, waarin sterke en zwakke schakels voorkomen.

Hij ontliep Jo, maar stelde zich schadeloos door haar van uit zijn venster te begluren, met zoo'n tragische uitdrukking op zijn gezicht, dat het haar 's nachts in haar droomen vervolgde en overdag een drukkend gevoel van schuld gaf.

"Heer in den hemel had hij al die meisjes geschapen? Of was 't een grapje van den duivel, al die wetende oogen?" Kijk, daar gaat 't dichtertje. Toch wel een knap, jong ventje, zoo slank, zoo'n aardig gladgeschoren jongensgezicht, alleen een paar stutten voor de ooren, en zoo verbrand door de zon. Hij groet iemand. Z'n strooien hoedje lichtten-i even op van zijn kort geknipte haren.

Ik had 't dan ook maar alleen, ik causeerde zoowat over verliefdheid en misschien was dat woord niet goed, maar ik weet geen ander, en verder dan zoo'n kalverliefde heb ik 't nog niet gebracht.

Gisteren nog kende je geen vrees en was je even moedig als altoos." "O, ja, dat was gisteren, Gijsbrecht, maar nu .... " "En waarom ben je dan nu wel bevreesd?" "Omdat ik .... O, Gijsbrecht, 't was zoo akelig, o, ga toch niet naar het hof te Veere .... Omdat ik zoo'n vreeselijk naren droom gehad heb." "Ik moet gaan, Bertha.

Ziet u, mijnheer! ik heb dien brief maar precies zoo afgeschreven uit een aardigheid, maar toen onze mevrouw hem gelezen had gaf ze een dubbeltje aan de werkmeid, die een gezicht zette alsof ze zeggen wilde: Hoe kaal voor zoo'n rijk mensch. De weduwvrouw aan de deur had ook braaf geprutteld, maar 't bleef er bij.