United States or Denmark ? Vote for the TOP Country of the Week !


Daarbij kwam nog "skyr," eene soort van gestremde melk met beschuit en smakelijk gemaakt door jeneverbessensap; eindelijk tot drank wei met water, hier "blanda" genoemd. Ik kon er niet over oordeelen of dit zonderlinge voedsel lekker was of niet. Ik had honger en bij het nagerecht verzwolg ik, tot den laatsten mondvol toe, eene dikke boekweitepap.

Cyrus Smith sprak dikwijls met Pencroff over dit plan en hij vond bij hem een zonderlinge hardnekkigheid om deze reis te maken, een hardnekkigheid, waarvan hij zichzelf misschien niet bewust was.

Jarenlang werd in alle mogelijke Haagsche kringen en sociëteiten van deze even zonderlinge als geheimzinnige zaak gesproken, en zelfs zeer diepzinnig geredeneerd, totdat eindelijk de belangstelling in Van Reelant's schitterende »carrière" uitdoofde, en niemand meer aan hem dacht. Te Leiden had men sedert de terugkomst van Letje gelukkige dagen beleefd.

Over dag houdt zij zich schuil in holten van boomen, vooral in stammen van eucalypten; hier verbergt zij zich zoo voortreffelijk, dat men niets van haar kan zien. Een zonderlinge gewoonte, die haar eigen is, maakt het mogelijk haar te vinden.

Het scheen dat hij waarlijk, ten tijde van Napoleon, had gehoopt tot burgemeester eener groote gemeente in Brabant benoemd te worden; maar dat hij, in zijne eerzucht bedrogen, het verstand was kwijtgeraakt. Dan begonnen de andere onder-officiers te zeggen, wat soort van zinneloozen in hun logement werden verpleegd, en welke zonderlinge tooneelen zij dagelijks bijwoonden.

Straks werd men een zonderlinge werking in het glas gewaar: de daarin geworpen stoffen losten zich op en vormden onderscheidene gedaanten, naar ertsen en plantsoorten, ja zelfs naar dieren en menschen zweemende, verschillende van kleur en grootte.

Hij heeft een zonderlinge wijze van vliegen: snel en gemakkelijk zal hij op de wijze van een Vliegenvanger een Insect vervolgen of een indringerigen soortgenoot uit zijn gebied verjagen; langzaam zwevend, bij rukken en schijnbaar log daarentegen beweegt hij zich over een grooten afstand.

't Kaarsje naast 't avondmaal, 'n allerongelukkigst eindje, stuiptrekte, de norsche wallen van den toren grillig bevlammend. De verjaagde nachtuilen, niet snappend welke zonderlinge gebeurtenis op 't plat geschiedde, fladderden spichtig heen en weer, neerplonzend en weer schrik-schreeuwend vluchtend. Meneer, ongezond-bleek, streek een lucifer af.

Zij vreesde hem en dacht daarbij, of Wronsky wel ongedeerd gebleven was of niet. Zij lachte slechts spottend, toen hij ophield, en antwoordde niets. Hij zag dit lachen en een zonderlinge verwarring beving hem; de vrees, die zij gevoelde, deelde zich in zekere mate aan hem mede. "Zij lacht om zijn verdenking," dacht hij.

Zij had zich bijna ten halve opgericht, maar haar stem was zeer zwak en werd door den hik afgebroken. Bij tusschenpoozen rochelde zij. Zij bracht haar gezicht zoo dicht zij kon bij dat van Marius, en zeide met zonderlinge uitdrukking: "Luister, ik wil u in niets misleiden. Ik heb een brief voor u in mijn zak. Sedert gisteren. Men had mij gezegd hem op de post te brengen. Ik heb hem gehouden.