United States or Philippines ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ik begeer niets dan een leven, dat vry vrolyk en schoon afloopt; goed gezelschap, aangename Boeken, en het vry gebruik van het Clavier. Dit voornemen heb ik; nu weet gy alles. Bekyf my, preek, vermaan, bestraf, vlei my, ik zal alles lezen, u liefhebben, en myn eigen zin doen.

Ken je zoo nagaan ... Ja, groote honde bijte mekáár!... Hem maakte ze'n heibel onder vier ooge, en de luit'nt kon gaan. "Maar dat was zijn zin niet. En die man het d'n ondergeteekende na datum zoodanig gesard en gezocht, to 'k gediggredeerd wier, en teruggezet ben tot de rang van kopperaal.

De engelsche matroos, door tegenwind opgehouden, verlaat, met gramschap in de ziel en luide verwenschingen op de lippen, de kust, waar hij tegen zijn zin gevangen werd gehouden.

Om ze te beschrijven, wil ik hier de woorden herhalen, die ik in gemeenschap met Kersten volgens zijne opgaven en mijne eigene waarnemingen in de reisbeschrijving van Von der Decken gebruikt heb: "De Galago's zijn nachtdieren in den volsten zin van 't woord: de maan vervangt voor hen de zon; de dag gaat voor hen spoorloos voorbij.

In dien laatsten zin zijn die aantrekkingen bij de perihelia op het sterkste negatief, en aldaar is de sterkte der nadering nul geworden, om later negatief te worden, dat is in verwijdering over te gaan. Bij de aphelia zijn bij dit geval de positieve aantrekkingen gering wegens bovengemelde wederkeerige verzwakking tijdens de verwijdering der beide ligchamen.

Het was trouwens niet enkel eer- en heerschzucht, het was ook de noodzakelijkheid, die met name bij de Atheners den zin voor avonturen en verre ondernemingen ontwikkelde. Door hun uitgebreiden handel en hunne zee-oorlogen werden zij, in korten tijd, de beheerschers van Griekenland en van de Middellandsche-zee.

"Ga niet den kuil in," zoo zeide ze, "Herbert ... want van de witte wiven is nooit iets goeds gekomen." Hij lachte. "Wie weet ... misschien gooien ze mij in mijn hand nog eens goud." "Nee nee Herbert ga nooit weer in den kuil. Ze zijn slecht, de witte wiven." Na dezen volgde hij haar zin.

't Was te donker om veul te onderscheijen, moar toch, 't was tussen den bongerd en 't huus, dat heurde ie wel, bij de zonneblommen en stokrozen. Heur, joa 't was Jenneke die sprak. En Berend hoorde haar zeggen: "Moar ik geleuf toch, Jozef, dat ie 't oan voader most zeggen. Hie mag oe best, en 't is nóú zoo in 't gniep." "Och lieve Jenne," was Jozefs antwoord: "wat zal 't dan zin!

Maar hij was buitengewoon breed; ik zou haast durven zeggen, dat hij even breed als lang was, een bewegende toren en een, die langzaam bewoog, een olifant of een hippopotamus, dien men gekleed had in een broek en buis en met een klein hoedje. Alle vergelijkingen met groote gebouwen en zware beesten kwamen iemand in den zin, als ze dien forschen man zagen met zijn enorme ledematen.

Dit verklaart hoe het gevoel van schuld, in den christelijken zin, moet ophouden wanneer de menschen niet langer copiën vormen van hun voorbeeld: den Christus. Toch ligt hierin volstrekt geen aanleiding tot bandeloosheid.