United States or Bahamas ? Vote for the TOP Country of the Week !


Daarom worden zij ook gezien en niet door allen gezien. Want de aanschouwenden zelven zien ze door middel van de stralende omhulsels der zielen. Men ziet ze althans vaak als de oogen omhuld zijn" . Damascius, een denker uit de zesde eeuw, spreekt o.m. van een "sterreachtig" voertuig der ziel; vandaar blijkbaar de uitdrukking, "astraal" lichaam, thans bij voorkeur door de theosophen gebezigd.

»Wij bezitten er verscheidene. Doch daar komt Zopyrus met mijn slaven, die hem een berg van kransen nadragen. Hij ziet er zoo recht opgeruimd uit, en heeft zeker al een zeer aangenaam onderhoud met de bloemenmeisjes gehad. Goeden morgen, vriend! Gij schijnt u om de treurige boodschap, die gansch Naucratis met rouw vervult, niet zwaar te bekommeren!"

Maar lees eens in Un Uomo Finito dat hoofdstuk over de stichting van het tijdschrift, lees van het enthoeziasme dier jongelui van twintig jaren, die, omdat het café voor iederen dag te duur was, met elkaâr kwamen op straat, met elkander liepen te redeneeren en te filozofeeren op straat, meestal in regen en nevel van koud namiddaguur, die regen en nevel, waarin Papini altijd zijn Florence ziet en ge zult een hoofdstuk hebben gelezen, waardoor klòpt de polsslag en hartslag van jeugd, van denkende, willende, zoekende jeugd: een hoofdstuk van schoonheid, waarmeê futurisme even min iets te doen heeft als passatisme, een hoofdstuk van schoonheid voor alle tijden en alle richtingen.

Gij vaart tusschen de eilanden door; de landlieden die gij op het veld of langs de oevers ziet, dragen allen, mannen zoowel als vrouwen, mantels van schapenvel: een kleedingstuk, dat men bijna het eigenaardig kenmerk der nomadenvolken zou kunnen noemen, en dat u dadelijk aan de steppen van Midden-Azië doet denken.

Jawel, daar zijn ze, aan den overkant van 't donker water! Men ziet ze nog niet, maar men hoort ze, heel duidelijk. Het zijn uhlanen; zonder twijfel de vlak vóór duisternis daar in de buurt gesignaleerde uhlanen! Men hoort het hoevengetrappel der paarden en het gekletter der sabels tegen de zadels. Zijn er veel? Zijn er weinig? 't Is moeilijk te onderscheiden.

De golf van ijs, die we hebben te beklimmen, is werkelijk reuzengroot, en de beklimming in de volle zon is ver van aangenaam. Naar de aanwijzingen van den aneroïdebarometer is de hoogte intusschen niet meer dan honderd meter. Verderop wordt de Barrière vlak en nog verder ziet men weer strepen van spleten.

De mensch heeft ten slotte geleerd mensch te zijn. Hij ziet af van de ontleding van zijn God, van 't doordringen in 't onvatbare, in dat wat hij niet gezien heeft, van 't wetten geven aan zijn hersenschimmen. De mensch begrijpt dat zijn erfenis de uitgestrekte wereld is, waarvan de heerschappij in zijn bereik ligt.

Hier hield de god op en het scheen Thothmes toe, of de god zich inspande, zich uit het hem overstelpende zand te bevrijden, want alleen zijn hoofd was zichtbaar. "Het is, zooals ge ziet", aldus hernam Harmachis, "het woestijnzand bedekt mij. Volbreng snel, wat ik U opdraag, mijn zoon Thothmes". Voordat Thothmes nog kon antwoorden, verdween het visioen en ontwaakte hij.

Kosmo heeft van deze woordenwisseling natuurlijk niets verstaan; doch hij heeft er ook geene moeite toe gedaan; zijne aandacht is, reeds van 't eerste oogenblik, aangetrokken geweest door het kunstwerk, dat hij voor zich ziet en geheel verdiept in de beschouwing van dat ronde blad van toetssteen, waarop, binnen een half voltooid randwerk van loofwerk, bloemen en vruchten, eene vaas is afgebeeld, mede gevuld met gebloemte van alle soort, rondom hetwelk bontkleurige kapellen, juffers, bijen, gouden torren en andere gevleugelde insecten vliegen, en dat alles, in plaats van met verven, met paarlemoer afgebeeld, zoo kunstig en natuurlijk, dat gij elk diertje, elk blad, elke bloem of vrucht als in leven waant voor u te zien.

De prins stond het haar gaarne toe en gekleed in een mooie, met goud geborduurde japon ging zij naar haar oude tehuis. Haar vader was afwezig en haar moeder vreesde, zoodra zij haar zag komen, dat zij kwam om zich te wreken. Daarom snelde zij haar tegemoet en zei: "Ziet gij nu, dat ik u den weg van het geluk op gezonden heb?"