United States or Turkmenistan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Dinsdag waren de luiken van het winkelraam. "Blijf nou nog 'n páár dagen bij ons slapen," zei Sien. "Nee, nou slaap ik weer hier." "Ze zellen toch niet bij je inbreken!" "Dat weet ik wel. Maar een paar dagen vroeger of later, wat geeft dat nou?... Ik doe jullie tòch last an met 't eten." "Last? Geen zier!" "Nee Sien, ik ga weer hier slapen!" "Kom dan in elk geval an." "Goed."

Ieder stap, die de vader dee, voelde ik op me hart. "Kees," zeid' ie, over me heen bukkende: "Je heb geld; je weet wel dat je dat hier in 't Huis niet verstoppen mag"; en meteen trok ie 't uit me hand. "'t Is voor een doodhemd", stotterde ik, en viel op me knieën in de krib maar 't holp niet. "We zellen 't voor je bewaren", zei de Vader, en maakte het zakkie ope', en telde et geld bedaard.

Dit bevel werd door de omstanders natuurlijk als een bewijs van vrees aangezien, en de waard, niet ontevreden, van nu eens aan Andries zijn trek tot een messengevecht te gunnen, wendde zich verheugd tot Roggeveld: "ziezoo!" zeide hij: "nou zellen we toch nog een grapje hebben: en onze vriend Andries zal trakteeren; want dat doet hij altijd roiaal, mot ik zeggen, as hij er een troef heit 'egeven."

Maar daar is rooie Els van Crailo en 'er zuster, die hebben men al beloofd, als dat ze kommen zellen. O! an hulp zel het niet ontbreken, er zel volks 'enoeg wezen. Als er zoo wat rijkdom bij mekaar is, hoeft men nooit om menschen verlegen te zijn. En kostelijke koeken zel ik bakken, dat beloof ik je."

"Nou, Kaatje, me kind!" heet het uit zijn mond tot een zwaarlijvige, niet heel mooie keukenmeid: "Ik kon niet langer van je van daan blijven. Ik zeg teugen de heeren: me zellen de vier der reis voorzetten; me motten reis na Zomerzorg; ik wil weten of Kaatje nog geen vrijer het". "Dat kan jou ook wat schelen, Gerrit," antwoordt de beminnelijke, "je hebt een vrouw thuis."

"Wat zou ik?" zei Sander. "Ik heb nooit veul beleefd, en wat ik je vertellen kan, beteekent bezonder weinig, maar die 't beter weet, mot 't zegge, en daar huurt de schipper zen volk op. We zellen onderwijl rijs anpijpen en nog en slaapmussie neme; dan zel ik je net zegge, waar 't op staat, en wat me gepisseerde jaar in straat Sunda is wedervaare.

Een enkel voorbeeld van plaatsnamenrijmpjes, die de taal kort en treffend karakteriseeren: De Visvlieter bellen, Zeggen van zèllen en wèllen, De Boerumer bollen Zeggen van zollen en wollen, En de Kollumer luden Zeggen van zuden en wuden. Zie Driem. Bladen IX, bl. 47, 48. Spotrijmpjes op voornamen en familienamen. Antoon: Toontje Mijn zoontje, Wanneer zal 't zijn? T'avond in de maneschijn.

Mijn eigen oogen hadden et niet gezien sunt ik et er in genaaid had; dat was dertig jaar geleden; et was mijn, eigen, lief, begrafenisgeldje. "Ik zweer je dat ik er niets voor doen zel", huilde ik, "dan me eerlek laten begraven." "Daar zellen we zelf wel voor zorgen", zei de vader; en weg ging ie met et geld en met de lantaren.